Dit is toast. En dit is Carlo en dit is zijn vriend Semion. Allebei vinden ze toast lekker. Ze kunnen er geen genoeg van krijgen. Carlo en Semion eten graag toast, omdat het zo goed smaakt. En... Het kraakt zo lekker. En kraken doet het, daarom is toast zo bijzonder, maar waar komt het vandaan? Het begint in de fabriek. Hier in dit grote vat. Hier wordt het deeg gekneed. Dat ziet er goed uit en wat gebeurt er met het deeg? Het wordt uit het vat gegoten. Het vat wordt leeg geschraapt en dan? Valt het deeg in een trechter. En komt er weer uit als kleine klompjes.
Op de loopband naar de volgende machine. Die rolt de klompjes tot bolletjes en waar gaan de bolletjes naar toe? Weer naar een volgende machine. Kijk! Deze machine maakt de bolletjes plat, maar dat niet alleen. Onder die matten, worden ze ook opgerold. Van het platte deeg worden rolletjes gemaakt. Hier zie je het nog eens…, heel langzaam. En dan vallen de deegrolletjes in deze metalen kistjes. Het zijn bakvormen. Daar gaan ze. Deksel er op en hup, ze glijden zo de oven in. Wat daar gebeurt, kun je niet zien, maar hier wordt het deeg natuurlijk gebakken. En daar zijn ze weer, de deksel er af.. tadaa! De rolletjes zien eruit als gewoon brood, het is nog geen toast, het is nog niet klaar.
Het gebakken brood wordt in plakken gesneden. De sneetjes brood zijn nog zacht, nog niet krokant. Het lijkt wel op toast, maar er moet nog meer gebeuren! De boterhammen gaan weer de oven in en worden bruin geroosterd, net als in een broodrooster. Zo komen ze er weer bruingebakken uit. Ja, dat lijkt meer op toast. Toast wordt dus eerst gebakken en dan nog eens geroosterd. En, omdat het twee keer wordt gebakken, is het zo lekker krokant en dat niet alleen, omdat het zo droog is, kruimelt het ook zo lekker. Maar dat maakt Semion and Carlo niets uit. Als het maar blijft kraken en smaken. Lekker… toast!