In het zuiden van Italië ligt de streek Campania. Hier ligt de stad Napels en de Vesuvius, een van de gevaarlijkste vulkanen ter wereld.
Dit is Rosario met zijn vrienden. Voetbal is hun favoriete sport. Dat doen ze altijd samen. Rosario woont in San Sebastiano al Vesuvio, een klein dorp aan de voet van de Vesuvius.
"We zijn niet bang voor de Vesuvius. We bouwen onze huizen op de lava. Deze streek wordt beschermd door St. Sebastiaan. Ons dorp heet naar hem.
Ik vind 't leuk om hier te wonen, want iedereen kent elkaar. We kunnen rustig het dorp in gaan, want 't is hier veilig. We spreken met elkaar af om rond te lopen, of we gaan met z'n allen naar de pizzeria."
Nu is de Vesuvius nog rustig maar de vulkaan kan zo weer actief worden en uitbarsten. Als dat gebeurt kan alles in de omgeving worden verwoest.
Bij Rosario thuis wordt nooit gesproken over het gevaar. Ze praten er niet over omdat ze er aan gewend zijn. Rosario gaat met zijn vriend Emiliano langs bij zijn opa. Hij heeft de laatste uitbarsting van de Vesuvius meegemaakt.
Hij vertelt wat hij op 19 maart 1944 als twee 20 jarige jongen heeft meegemaakt. Die dag begint de Vesuvius magma uit te braken. Gloeiend hete as schiet uit de krater omhoog. Daarna vloeit er lava uit de krater, deze stroomt als een brandende rivier langs de hellingen omlaag.
De lavastroom bereikt ook het dorp San Sebastiano. De lava stroomt door de straten. Alle inwoners moeten het dorp ontvluchten. Alles wordt verwoest. En bedekt met een laag door lava en as
De natuur op de Vesuvius is beschermd, het is een nationaal park. Rosario gaat er graag paard rijden.
Hij weet dat de vulkaan gevaarlijk kan zijn maar toch wil hij hier niet weg. Hij en zijn vrienden blijven de vulkaan trouw, het is hun grond, hun thuis.