Curaçao is een eiland ongeveer twee maal zo groot als Texel. Er wonen ongeveer 140.000 mensen, allemaal van verschillende culturen en religies. De Indianen waren de oorspronkelijke bewoners, maar daar is helaas niet zo veel meer over bekend. In de zestiende eeuw namen de Nederlanders het gezag van de Spanjaarden over en begonnen plantages in suikerriet, katoen, tabak. Om al het werk gedaan te krijgen haalden zij al snel veel slaven uit West-Afrika naar het eiland. Curaçao werd zelfs het centrum van de slavenhandel. Van hieruit verkochten de handelaren slaven naar de nabijgelegen gebieden. Er staat in Willemstad nog een monument ter herdenking van deze slavernijperiode. Rond 1850 is de slavernij afgeschaft. Veel mensen verlieten toen de plantages, maar daar kwamen mensen uit Azië voor in de plaats. Zij waren vrijwillig naar de andere kant van de wereld vertrokken. Nog een cultuur erbij. En dan is er nog een belangrijke joodse gemeenschap op Curaçao. Met de oudste nog actieve synagoge van de wereld. Deze synagoge was één van de eerste monumenten van het Werelderfgoed Willemstad. Ik ben een stuk van dat erfgoed omdat mijn familie, nummer 1, in 1674 op Curaçao is gekomen voor het eerst. Dus we zijn hier al meer dan 300 jaar. En deze synagoge, die voor ons natuurlijk de trots is van de gemeente op Curaçao, deze gemeente is de oudste synagoge van het Westelijk halfrond. En als we vergelijken met andere eilanden, Cuba, en andere eilanden waar er ook Werelderfgoed is, dan vindt u toch, zoveel als wij hier hebben, heeft men niet. Hoe zijn de monumenten gebouwd, door wie, waarom? Die zijn natuurlijk gebouwd door de kooplieden, maar ook met het gebruiken van slaven. Die hebben dus ook meegedaan aan de opbouw. En hopelijk dat zij dat ook vinden als een onderdeel van hun patrimonium, van hun cultuur.