Zijn we er bijna? Ja, bijna. Poeh. Hier, kijk. We zijn er! Ja, de zee!
Dag Jip. Dag Pip. Dag Flip. Wat staat er op je shirt? Z. ee. Z, ee. Als je dat plakt krijg je zzzeeeee. Zee. De z is de eerste letter. Als je goed om je heen kijkt, zie je de z.
In deze poort bijvoorbeeld. Of de poten van deze stoel. Of wat dacht je van deze bureaulamp, als je hem zo buigt tenminste. De z.
Voorzichtig, anders krijg ik zand in mijn ogen. Tuurlijk. Zo, nu zit je helemaal onder de grond. Joehoe! Hoi pipeloi. Oh, daar heb je Flip. Hee je hebt de bal meegenomen. Komt ie! Oepsie, mis. Zee.