Mooie, zoete cadeautjes. Kleine kunstwerkjes die er net zo verleidelijk uitzien als dat ze smaken. Een schitterende buitenkant en als je er in bijt komt er een kleine verrassing uit. Maarja, hoe krijg je die verrassing er eigenlijk in? In deze ambachtelijke bonbonfabriek in Etten-Leur maken ze ruim 70 verschillende soorten bonbons. Gemaakt van witte chocolade, van melkchocolade en van pure chocolade en ook nog eens tientallen verschillende vullingen. Deze tank zit helemaal vol met warme, vloeibare chocolade uit België. Witte chocolade, ziet er lekker uit! Ook de pralinevulling, dat is een speciale combinatie van chocolade en hazelnoten, die worden hier vloeibaar afgeleverd. Dat is maar 1 van de tientallen verschillende vullingen. In deze keuken worden tientallen andere vullingen gemaakt. Wat dacht je bijvoorbeeld van aardbeien of pistache. Of hier crème fraîche. Heel lekker. Maar hoe krijg je die vulling nou in die bonbons? Bonbons kun je grofweg op 2 verschillende manieren maken. De eerste is mouleren. Je begint met deze vorm en die giet je vol met chocolade zodat je deze mooie hulsjes krijgt. Die giet je vol met bijvoorbeeld advocaat als vulling, dat top je af met crème fraîche bijvoorbeeld. Je giet deze dekseltjes erop en als het goed is krijg je deze mooi bonbonnetjes. Manier 2: glaceren. Je begint met een bodempje en daar leg je de vulling bovenop. Dan komt er een warme douche van chocolade overheen en dan krijg je uiteindelijk deze mooie bonbon. Als de chocolade nog warm is dan kan je ze mooi versieren met nog meer chocolade of suikergoed. Een speciale categorie bonbon is de truffel. Hier maken ze de crème fraîche truffel. Een opengetrokken bolletje met crème fraîche dompelen ze onder in pure chocolade en daarna wordt het rondgewenteld in cacao. Super simpel maar super lekker. Geglaceerd, gemouleerd, geglaceerd dan weer.. wat maakt het ook eigenlijk uit, als ze maar lekker zijn. Mmm karamel en crème fraîche.