Hoe voorkom je sportblessures?

Je knie verdraaien op het sportveld of een dikke enkel krijgen nadat er een hockeybal tegenaan knalt: bij kinderen komen sportblessures het vaakst voor. Hoe zorg je de kans op blessures zo klein mogelijk maakt?

Hoe is dit? Minder pijn.
Bij sportclub Kampong in Utrecht hebben ze op trainingsavonden een kinderfysiotherapeut.
Als ik ga sporten en daarna mijn schoen uit doe, dan kan ik niet op mijn hiel lopen.
Door er op tijd iemand naar te laten kijken kunnen ze ergere blessures voorkomen.
Vooral grote clubs hebben zo'n fysiotherapeut.
Maar ook kinderen zelf kunnen een blessurekans kleiner maken.
Wat helpt is veel buitenspelen. En meer dan EEN sport doen.
Als je verschillende sporten doet, ontwikkelt je motoriek zich beter.
En daardoor val je minder snel.
Maar als je toch valt tijdens het sporten, probeer dan GOED te vallen.
Niet je armen naar voren strekken, maar die dichtbij je houden.
Als je je armen uitstrekt, is de kans groter dat je je pols of een vinger breekt.
En dan de belangrijkste tip: Een goede warming up!
De warming up is heel belangrijk. Daarmee begint de training.
Dat moet ook zo gezien worden.
Dus niet dat je twee rondjes rond het veld rent en dat daarna de training pas begint.
Maar ja, niet iedereen doet fanatiek aan de warming up mee.
Wij doen vaak geen warming up omdat we daar geen zin in hebben.
Voor de wedstrijd een beetje warm springen en inschieten. Verder niet.
Het is misschien niet het leukste deel van de training.
Achter elkaar aan! Jullie ook!
Maar zelfs als je alle tips goed volgt, kan er wat misgaan.
Gelukkig zijn de meeste blessures tijdelijk.
Geen pijn. Oke, keurig. Ga maar weer zitten.