Waar is mijn paddenstoelenjager? O, daar heb je 'm! Haha. Hee, Edwin. Hallo.
Wat heb je nodig voor een goede paddenstoelenjacht?
Je hebt een rieten mand nodig. Geen plastic zak, want als je de paddenstoelen daarin doet, komen ze tegen elkaar aan en worden ze beurs. Je hebt wat goede veldgidsen nodig. Een mesje, een borsteltje om het zand eraf te borstelen. Maar wat je vooral nodig hebt, is geduld. Want zonder geduld kun je niet goed de paddenstoel determineren. Je moet zeker weten dat je de juiste paddenstoel plukt voordat je 'm in je mandje stopt.
Dus determineren is aan de hand van een paddenstoelengids bepalen met wat voor paddenstoel je te maken hebt. Exact. Dat kunnen we nu samen oefenen. O, heel leuk! Laten we 't doen.
Oke, stap één. Je moet in een veldgids heel goed naar de afbeelding kijken. Lijkt-ie erop? Dit is de biefstukzwam. Hierin wordt beschreven dat de hoed 8 tot 10 centimeter groot is. 8 tot 10 centimeter groot. Nou, check! Tongvormig, hij komt als een tong uit de boom. Check. En dit is een buisjeszwam. Wat bedoel je daar precies mee? Een buisjespaddenstoel heeft onder zijn hoed of onder de paddenstoel zelf allemaal hele kleine gaatjes.We hebben hier een spiegeltje, als je dat eronder houdt, zie je allemaal hele kleine gaatjes. Mooi. Dat is één van de determinatiekenmerken.
Dus dit zijn buisjes? Wat zijn dan de andere opties? Stekeltjes, maar vooral plaatjes. Lamelpaddenstoelen noemen we dat.
Ik heb hier een kleintje bij me. Hier zie je geen buisjes, maar allemaal kleine plaatjes. Plaatjes of lamellen. Je hebt dus verschillende onderkantjes, waaronder lamellen en buisjes. Check! Hij heeft een ruwe bovenhoedrand. Ruw oppervlak, check.
Verder staat hier dat hij 'aan de voet van eiken en soms op kastanjes'. Nou, dit is een kastanjeboom. Voet van de kastanjeboom, check.
Alle criteria die we hier zien, samen met het plaatje wat we kunnen vergelijken, dan zien we dat dit de biefstukzwam is. Duidelijk, ja.
Oke, dus missie eekhoorntjesbrood gaat van start. Joejoe!
Sst! Niet meteen kijken, maar volgens mij zit op tien voor twee eekhoorntjesbrood. Grapje. Maar volgens mij heb ik het wel echt gevonden. Ja, dit moet het zijn hoor. Determineren!
De hoed is 5 tot 25 centimeter breed. Nou, dat klopt. Licht- of donkergeel tot roodbruin. Check. Oppervlak mat en droog. Ja, dat klopt ook. Even kijken, buisjes... Ja hoor, kleine gaatjes. Mooi, mooi! Komt vooral voor onder eiken, beuken, dennen... Ja, dat weet ik dan weer net effe niet, wat voor boom dit is. Effe kijken, hoor. Is dit een eikenboom? Nee. Is dit een beukenblad? Jaaa! Dat is het. Kijk eens. En lijkt-ie op het plaatje? Ja jongens, dit moet het echt zijn hoor. Dit is 'm hoor. We gaan 'm plukken.
Ga nooit maar dan ook nooit nooit never of te nimmer alleen plukken! Maar neem altijd een deskundige mee.
Jongens, ik ben hier blij mee! Hij gaat in het mandje, maar we gaan wel even check check triple check bij Edwin doen. Dus let's go. Hihi! Edwin! Volgens mij heb ik 't. Ik ben benieuwd. Ta-daa!
Ja, eekhoorntjesbrood. Onmiskenbaar.
Yes, ik ben een goeie jager.