De jungle, het oerwoud en de rimboe; het betekent eigenlijk allemaal hetzelfde. We hebben het hier over het tropisch regenwoud. Een tropisch regenwoud is een heel bijzonder bos. Nergens op aarde leven zoveel verschillende planten, bloemen en dieren als daar. Warm is het hier elke dag. En regenen doet het er ook erg veel. Het heet niet voor niets “regenwoud”. Het regenwoud vind je niet overal op aarde. Je komt het tegen op plekken dichtbij de evenaar. Dat is de lijn die in het midden van de aardbol loopt. Het grootste regenwoud vind je in het werelddeel Zuid-Amerika. De regenwouden zijn erg belangrijk. Hier vinden namelijk verschillende soorten dieren een plekje om te wonen. Wetenschapper Charles Darwin ging 100 jaar geleden op onderzoek uit in het Braziliaanse oerwoud. Hij hoorde varend met zijn boot de Beagle al luid de regenwoudgeluiden. Nu horen wetenschappers op dezelfde plek als Darwin iets heel anders. De rustgevende regenwoudgeluiden zijn verdwenen: het oerwoud heeft plaatsgemaakt voor een grote drukke stad en het tropisch regenwoud, dat is de diepte in verdwenen. Er is één vijand die ervoor zorgt, dat het regenwoud verdwijnt: de mens. Ze kappen bomen, vangen dieren en er worden bewust stukken bos afgebrand. Ze leggen hier wegen aan, bouwen huizen en fabrieken, de boeren maken van de verwoeste stukken grond regenwoud weilanden voor hun miljoenen grazende koeien. Elke seconde wordt er een stuk regenwoud zo groot als een voetbalveld verwoest. Als we zo doorgaan, zullen er allerlei tropische dieren en planten uitsterven. Het is mogelijk om het regenwoud heel langzaam te herstellen. Dat kost tijd. Maar er zijn een aantal natuurbeschermers die nieuwe bomen planten om het regenwoud terug te laten groeien.