De geschiedenis van het roken

---

Waar komt tabak en de gewoonte om het te roken eigenlijk vandaan? Inmiddels weten we dat roken ongezond is. Toch blijven fabrikanten zoeken naar manieren om zoveel mogelijk sigaretten te verkopen.

Het gebruik van tabak gaat ver terug. Toen Columbus in Amerika aankwam, gaven de Indianen hem gedroogde tabaksbladeren. Vanuit Spanje en Portugal breidt het gebruik van tabak zich uit over Europa. Eerst wordt tabak gepruimd en gesnoven. Eeuwenlang denkt men dat tabak gezond is. Het wordt zelfs als geneesmiddel gebruikt. In 1847 begint Phillip Morris in Londen met de productie van met de hand gerolde sigaretten. Met de uitvinding van de sigarettenmachine kunnen er wel 7000 sigaretten per uur gemaakt worden.
En om al deze sigaretten te kunnen verkopen, wordt er veel, heel veel reclame gemaakt.
Eind jaren ’50 roken bijna alle mannen van 15 jaar en ouder. Dit dankzij de macht van de tabaksreclame die het gevoel geven dat roken een manier is om beter te zijn en stoerder.
De Marlboro man wordt hét symbool van de onafhankelijke cowboy. Ook al weet de industrie dat roken ziek maakt, ze blijven ontkennen. Tot duidelijk wordt dat roken kanker veroorzaakt.

Overheidsinstellingen zijn sinds 1990 rookvrij. In de Tabakswet staan alle regels over het rookverbod. Maar in grote delen van de wereld zijn de gevaren van roken nog niet bekend. Daar zijn ook nog geen reclamebeperkingen.

Sigaretten die in ontwikkelingslanden worden verkocht bevatten meer nicotine. Eenmaal verslaafd, wordt het nicotinegehalte weer verlaagd. Dan heb je meer sigaretten nodig voor hetzelfde effect. Goed voor de omzet. Nu er in Nederland geen reclame voor sigaretten meer gemaakt mag worden, zoekt de tabaksindustrie naar nieuwe wegen om toch op een slinkse manier jongeren te bereiken. Door branche-stretching bijvoorbeeld: je naam aan een ander product verbinden.