We gaan zelf wol spinnen! Wat heb je daarvoor nodig? Witte of zwarte wol, speciale wolkammen, een spintol en: schapen! Deze schapen zorgen voor de wol die we gaan spinnen. Spinnen is van wol draden maken. De wol ligt al klaar. Hoe ruikt dat?
Jongen: "echt vies!"
En hoe voelt het?
Jongen: "hm, ja, het zit… het komt… het geeft echt af."
Ja, dat is het vet dat op de haren zit.
Nu gaan we die haren eens van dichtbij bekijken.
Meisje: "nou kijk jij hebt zo… van een schaap en ik zo van een hond."
Met een loep kun je het verschil tussen de haar van een hond en een schaap goed zien.
Jongen: "ja, ehm, die van hem die zijn iets dikker."
Ja en het haar van een schaap krult meer, en daarom kun je er makkelijker draden van spinnen. Eerst moet de wol gewassen worden. Zo, de wol is lekker schoon geworden.
Jongen: "mooi wit, zie je?"
Jongen: "ja"
Na het wassen wordt de droge wol gekamd. Waarom is dat?
Meisje: "dan worden ze rechter."
Precies, dan worden de haren rechter
Dit zijn spintollen. Door te draaien maak je een draad. Dat is best moeilijk dus eerst even oefenen. Maar als je het goed kunt maak je echte bolletjes wol. En daar kun je een mooie trui van breien.