De resten van een concentratiekamp in Duitsland. Naast vernietigingskampen voor met name Joden, waren er in de Tweede Wereldoorlog ook kampen waar het doden niet het eerste doel was, maar een gevolg. Hier moesten de gevangenen onder gruwelijke omstandigheden werken.
Willem Alosery werd geboren in 1923 in Amsterdam. Hij groeide op in het gezin met zijn broertje, zusje, moeder en stiefvader. In 1943 kreeg hij een oproep om in Duitsland te gaan werken, de zogenaamde ‘Arbeitseinsatz’. Hij werkte er nog maar kort toen hij wegliep en terug naar Nederland vluchtte. Daar werd hij weer gepakt en op transport gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg.
Ja hier is ie: Neuengamme was een vernietigingskamp. En het motto was ‘vernietigen door arbeid’, dus mensen gewoon opwerken op minimaal eten, ligging en alle kracht die er nog in zat er helemaal uithalen. En als ze dan uitgeput waren, dan gingen ze best wel sterven op een of andere manier.
Vanaf het begin van het kamp had ik voorgenomen: ik probeer dit kamp overleven. Mijn tactiek was eigenlijk de tactiek die ik toepaste bij mijn stiefvader. Ik mocht bij mijn stiefvader nooit in zicht zijn, dus ik zorgde altijd uit zicht te blijven. En die techniek heb ik ook toegepast daar, blijf zoveel mogelijk uit zicht, val niet op en zie zowel je eigen gangetje te gaan.
Als je praat over de nachten dat je daar met zo’n aantal op een kribbe ligt, zo’n bed ligt met twee, drie mannen. Dat in de winter alles potdicht wordt gedaan om warm te houden en die lucht die dan daardoor ontstaat, omdat die mensen die doen allemaal dingen die je normaal op het toilet moet doen, maar die houden het niet meer op. Ja en ze ademen allemaal. Dan krijg je een lucht om te snijden, dat is verschrikkelijk vies. Maar waar moet je naartoe? Waar moet je slapen? Dus je pakt in het beste geval de onderkant, maar dat is ook weer slecht. Want wat van boven naar beneden komt, is ook niet altijd fraai. Dus het beste is dan weer boven, maar dan lig je wel in het benauwdste gedeelte. Dus het is altijd maar afwegen wat pak je.
En dit zijn die strozakken, die moesten dus helemaal vlak worden en daar moest één deken omheen. Geen kussen. Dus je voelt maar… Als je helemaal uitgemergeld was, moest je hierop liggen met z’n tweeën of met z’n drieën. En boven elkaar, drie boven elkaar? Nee en dan weer één ernaast. Ja maar, hier dan drie en hier drie? Ja.
En toen zijn we naar een buitencommando gegaan bij Husum. Dat was onder Denemarken. Daar moesten wij tankvallen bouwen, dus dat is 4 meter diep en boven 5 meter breed. In een bepaalde graden werd dus die hoek gevormd. Als er een pantserwagen komt, dan kiepert die erin en kan die er niet meer uitkomen. En dat was hard werken, weinig eten, koud, vocht. Als we aan het graven waren, stonden we in het water. We hadden geen laarzen toen het grondwater kwam, moesten we er zo in staan. Maar je moest in vrij hoog tempo scheppen. En als je dat niet deed, dan kwam de voorarbeider of de kapo eraan en dan sloeg hij met de zweep erover. Die ramde de hele dag met de knuppel. Dus toen vielen er veel doden daar.
Pas 45 jaar na de oorlog, in 1990, ging Wim Alosery voor het eerst terug naar het kamp Neuengamme. Sindsdien gaat hij bijna ieder jaar in april naar de herdenking.