In de tijd van de ontdekkers en hervormers kwamen steeds meer mensen in opstand tegen de Katholieke Kerk. We gaan terug in de tijd en op dit tijdlint kun je zien hoe ver terug: meer dan 400 jaar. Elk blok is 100 jaar en dat noem je een “eeuw”. Dus we gaan meer dan 4 eeuwen terug in de tijd. En dan gaan we naar de dag waarop de vriendinnen Alida en Aagje tijdens het spelen plotseling een verdrietig bericht krijgen: Alida moet haar huis en haar vriendinnetje verlaten en ze weten allebei niet waarom.
Dag lief nichtje Maria, hoe gaat het?
Nou, het is best zwaar, zo’n kindje in de buik.
Ik weet er alles van. Johannes bleef maar schoppen in mijn buik.
Gelukkig ben je niet meer misselijk.
Ik had de hele tijd zin in haring.
Hoe denk je trouwens dat je het gaat noemen?
Hmm, ik dacht Jezus.
Meester Pietersen, Meester Pietersen, slecht nieuws uit Gent.
Jezus, dat is een mooie naam.
Niet zo mooi als Johannes, maar wel mooi.
Wat jij, dat Johannes een mooiere naam is dan Jezus.
We gaan niet weg!
De Spanjaarden hebben Gent veroverd, brand en moord op de Protestanten, dat is wat daar gebeurt en dat gaat ook hier gebeuren!
Waar gaan we heen dan?
Naar het Noorden, naar Delft, daar is Willem van Oranje vorig jaar ook naartoe gegaan. Vrouw, luister nou! Er is hier geen handel meer, er komt geen geld meer binnen en bovendien is het daar veiliger voor Alida en voor de nieuwe kleine.
Aagje, op je vader en moeder wachten.
Ja Pietersen.
Alida, we vertrekken morgen. Het kan niet anders.
En Aagje dan?
Aagje is Katholiek.
Ga jij nou even zitten, laat mij dat maar even doen.
Waar ga je naartoe Maria?
Naar Egypte, het is hier niet veilig voor het Kindje Jezus.
Ik wist niet dat Delft in Egypte lag? Dat ligt toch ook in Egypte?
Dat is waar, daar was het niet zo leuk, in Gent.
Hoezo niet dan?
Mijn opa werd vermoord door Hervormden.
Alida, we gaan!
Ik laat je wel even.
Ik wil jou, Alida, ik zorg dat er nooit iets met jou zal gebeuren.
En ik noem jou Aagje. Aagje?
Je zal nooit iets naars overkomen. Dat beloof ik.
Alida!
Je hoeft niet bang te zijn voor de Spaanse soldaten, Aagje.
Ik hoop dat ik een zusje krijg.
Alles is veilig.
Zie je dat je niet bang hoeft te zijn?
Welkom in Delft Pietersen. Hoe was uw reis?
Lang en vermoeiend.
U heeft het nieuws al gehoord?
Welk nieuws?
Willem van Oranje…
Ja, wat bedoel je?
Hij is vermoord, twee dagen geleden.
Lieve Aagje, ik ben aangekomen in Delft. Ik bid dat ik een zusje krijg. En ik bid ook dat ik haar Aagje mag noemen. Maar het allerliefst wil ik dat het goed gaat met jou.