Er zijn heel veel verschillende godsdiensten, maar toch zijn er altijd overeenkomsten. Zo is er altijd sprake van een God die wordt aanbeden door middel van rituelen. Een geloof gaat er ook altijd van uit dat de God op de een of andere manier heil brengt voor de mensen die dat geloof aanhangen - in ieder geval na de dood.
Tot slot zie je bij religies ook altijd een bepaalde visie op de mens, hoe die moet leven en wat hij moet doen om dat heil te verdienen. Drie belangrijke wereldgodsdiensten zijn het Jodendom, het Christendom en de Islam. De een is wat ouder dan de andere, maar alle drie vereren ze eigenlijk dezelfde God.
Het Jodendom is de oudste van de drie. De Thora is het heilige boek, dat volgens de Joden door God, of Jahweh, aan Mozes werd gegeven op de berg Sinai. De Joden geloven dat er eens een Messias zal komen, die de totale verlossing zal brengen.
Terwijl de Joden nog wachten op die verlosser, geloven christenen dat die zo'n 2000 jaar geleden al op aarde is verschenen, in de persoon van Jezus Christus. Het Christendom komt dus direct voort uit het Jodendom.
Het oude testament, het eerste deel van de bijbel, is overgenomen van het Joodse geloof. In het nieuwe testament staan de verhalen over het leven van Jezus. Daar staat ook in hoe je als christen moet leven: naar het voorbeeld van Jezus.
Allah, de God van de Islam, is feitelijk dezelfde God als die van de Joden en de Christenen. In de Koran, het heilige boek van de Islam, wordt Jezus ook vermeld als profeet. Maar moslims geloven dat noch de Joden, noch de christenen het woord van God juist hebben begrepen. Daarom heeft God Mohammed uitgekozen om zijn bedoelingen uit te leggen. Volgens moslims is Mohammed de laatste profeet, de enige die het ware woord van God heeft verkondigd.