Vandaag leren we alles over… de ruimte! Een satelliet, een ruimtereis, een eng zwart gat, een astronaut, een komeet van ijs. Op ruimtereis! Een ruimtestation. De zwaartekracht. Een ruimtemonster. Kom, we gaan! Op zoek naar de feiten. Als eerste. Een astronaut kan niet huilen. Zielig, maar waar
In de ruimte is er geen zwaartekracht. Dus tranen stromen niet langs je wangen. Ze blijven zweven, als waterbubbels! Of ze plakken aan je gezicht en vormen vijvertjes onder je ogen. Heeft iemand een zakdoek? En dan dit…De voetafdrukken die astronauten maakten op de maan, blijven daar voor altijd. En dat is niet omdat ze vieze schoenen hadden. De maan heeft geen atmosfeer en dus… geen weer! Er is dus geen wind of regen om de voetstappen weg te blazen of te spoelen. Volgende keer maar beter een bezem meenemen dan. En wist je dit? De ruimte zit vol afval. En dat is vooral onze eigen schuld. Sinds we de ruimte zijn gaan verkennen, hebben astronauten hun troep er achtergelaten. Stukjes van een raket, een astronautenhandschoen, een fototoestel en een ouwe tandenborstel. Dat zweeft daar allemaal ergens rond.
Misschien moet de volgende astronaut maar een paar vuilniszakken meenemen, en een beetje opruimen? En tenslotte…Er zijn geen groene sterren in het heelal. De kleur van een ster hangt af van de temperatuur, met al dat hete gas binnenin. Rode sterren zijn het koudste. Blauwe sterren zijn het heetst. En de ster die je het beste kent, de zon, die is geel. Die zit er zo’n beetje tussenin. Precies heet genoeg om ons lekker warm te houden. Echt waar.