Hey Erik, wat heb je een leuke blazer aan.
-Een blazer bedoel je?
Blazer?
Oh, ik zeg altijd blazer.
Wat hebben urologen,
de val van de Bastille en een vent genaamd Vent
te maken met een blaasorkest?
Eerst even uitblazen hoor.
Zo. Het blaasorkest.
-Auw!
Sorry.
Zo'n 100.000
Nederlanders zijn lid van zo'n orkest
dat bestaat uit
allerlei blazers, op bladblazers na.
Die mogen door de strenge milieuzones
het oefenlokaal niet meer in.
Naast een boel blazers is er ook vaak
een ritmesectie voor
de betere melodische en niet
melodische slagwerk.
Al het goede komt in
drieën en dat is hier ook zo.
Onder het blaasorkest onderscheiden
we harmonie, fanfare en brassband.
HaFaBra is een mooie afko
voor de vrijmibo.
Die derde helft is bij veel verenigingen
trouwens ook goed voor de sociale cohesie.
Maar goed: HaFaBra. Om te beginnen
de harmonie, de grootste van het stel.
Het harmonieorkest bevat koperblazers,
houtblazers en slagwerk.
En meer. Soms tref je er zelfs een
verdwaalde basgitaar of synthesizer aan.
Naar gelang de compositie bevat
een harmonieorkest een breed scala
aan klanken, gevormd door
de koperblazers, van trompet tot tuba.
Een flinke bos hout, van piccolo tot
de altfluit, van klarinet tot contrafagot.
En vlak ook de saxofoonfamilie niet uit.
Voor wie van saxy hou(d)t.
Vergeleken met een symfonieorkest
ontbreken de strijkplanken.
Dus geen violen, altviolen, celli
en contrabassi.
Dat was vroeger ook
een kostenkwestie, want strijkinstrumenten
zijn duurder dan blaasinstrumenten.
Overigens zou je kunnen zeggen
dat de houtblazers in de
harmonie de rol van de strijkers
in een symfonieorkest vertolken.
Dus mis je die violen? Ben je betoeterd!
En tel daar het koperblazersbataljon en
de slagerij bij op en je hebt een
indrukwekkende klanksensatie die ook in
de open lucht overeind blijft.
Muzikaal was het vroeger voornamelijk
functionele muziek, marsen en ander
legerspul, ceremoniële muziek en wat
bewerkte ouvertures uit de concertzaal.
Tegenwoordig kan je alle kanten op van
gearrangeerde symfonieën van
Beethoven en Dvořák via filmmuziek
tot covers van Abba en ACDC.
Nou, dat was eind
18e eeuw nog knap lastig.
Niet alleen omdat beide bands nog niet
bestonden, maar vooral omdat de harmonie
nog stukken compacter was.
Een Boheemse vent genaamd
Vent richtte in 1771 een harmonie
op met twee hobo's, twee althobo's,
twee hoorns en twee fagotten.
En nog steeds wordt hij geëerd via
de Vent-ielen van de blazers.
De oudste Nederlandse harmonie is
volgens het Guinness Book of Records
de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia
Mheer uit 1821.
In Vlaanderen waren ze er stiekem
nog eerder bij.
Op 1 mei 1770 werd in Herberg
De Handboog in het Vlaamse Reet.
De Sociëteit van Harmonie opgericht.
De oudste harmonie van de Benelux staat
dus geschreven op het conto van Reet.
En laten we Jan niet vergeten
Jan Klaassen was
trompetter in het leger van de prins.
Ja, maar ver voor die hit was
de heer Claessen hoboïst in
het leger van de Prins.
Hoboïstenkorpsen, aangevuld
met een klein beetje koper
klonken aan het front.
Dat is pure psychologische oorlogsvoering
want laat 20 hoboïsten
met 20 nét-niet-zuivere instrumenten
tegelijk het volkslied spelen
en de tegenstander blaast
de aftocht.
Hoeveel hobo's er betrokken waren bij
de bestorming van
de Bastille weet ik niet, maar die Franse
Revolutie bleek ook een sleutelmoment in
de ontwikkeling van de harmonie.
Want naast de heer Vent en het conto van
Reet was Parijs de plaats van handeling.
Voor de Bastille bestond
de Franse harmonie uit een man of acht.
Na de bestorming ontstond er een Parijse
beroepsharmonie van minstens 45 man.
1790 jaartje na de Bastille kan je
dus zien als
het geboortejaar van de moderne harmonie.
Die werd al snel hip en professioneel.
Concerten werden in de openlucht gegeven,
maar ook al snel werden concertzalen
uit de grond gestampt.
Die concertzalen zijn er nu nog steeds en
vind je vaak in de buurt van stadsparken.
En eens in de
zoveel tijd zit zo'n zaal tjokvol
supporters van allerlei blaasorkesten.
Afgelopen jaar was
het weer zover tijdens het WMC, het Wereld
Muziek Concours in Kerkrade.
Zo'n concours is een geliefde manier om
als orkest te excelleren,
zorgt voor een kwaliteitsboost van
je orkest en je houdt de eer
van de vereniging en soms
zelfs van je dorp of stad hoog.
Als je in een bepaalde divisie speelt, is
het zelfs
verplicht om eens in de vijf
jaar mee te doen aan een concours.
Anders degradeer je.
Het blijft dus flink oefenen geblazen.
Het geldt
niet alleen voor de harmonie, maar ook
HaFaBra voor de fanfare en brassband.
De fanfare is een
iets compactere versie van de harmonie.
Een uitgebreide houtblazersgroep plus
bepaalde slagwerkinstrumenten die
ontbreken. Zeg Fanfare en
je ziet een stoet musici langstrekken
een, twee in de maat,
anders wordt de juffrouw kwaad
en de juffrouw of meester of
hen is de tambour-maitre
die bij het marcheren voorop loopt
en ritme en richting bepaalt.
Van Koningsdag tot huldigingen
en andere gemeenschapsfuncties.
Koperblazers plus saxofoons, want saxen
zijn officieel houtblazers
vormen een herkenbaar geluid.
Een typische fanfarebezetting bevat
bugels die wat milder klinken dan
de trompet plus de lager
klinkende baritons, eufoniums en tuba’s.
Net als het strijkkwartet is
de fanfare ook de naam van een muziekvorm.
Al in 1655 werd ‘fanfare’ in
het Frans gebruikt
met als betekenis een
muziekstuk voor koper. Vaak met statige of
feestelijke drieklanken, gespeeld door
trompetten of hoorns met een dot slagwerk.
De bekendste fanfare kennen we van
het begin van talloze blockbusters.
De 20th Century Fox Fanfare van Alfred
Newman.
En naast de naam van een blaasorkest
en een muziekvorm is de fanfare óók
de naam van een instrument.
De fanfaretrompet, een hele lange unit die
mag aantreden
in de triomfmars uit Aïda van Verdi.
Ze noemen ‘m ook wel de Aïdatrompet.
En een kijktip is de Nederlandse
filmklassieker Fanfare uit 1985.
Over twee concurrerende clubs in
een oer-Hollands landschap.
Ha, harmonie? Check.
Fa Fanfare check. Bra bh Uh bra brass band.
Da's de derde smaak.
Compacter
dan de fanfare, want zonder saxofoons,
louter koperblazers plus enig slagwerk
zoals snaredrum en bekkens.
De brassband stamt uit
Engeland, omstreeks 1800.
‘K hoor net dat men cornetten
in plaats van trompetten gebruikt.
De cornet is ook wat compacter
en minder luid dan de trompet.
En waar de harmonie net
als een symfonieorkest Franse hoorns
gebruikt,
daar bevat de brassband althoorns.
Typisch Brassband is
een bezetting met bugel, althoorn,
bariton, eufonium en bastuba.
De saxhoorns, zo worden
deze rakkers genoemd, want ze
zijn uitgevonden door Adolphe Sax.
De Brassband bleek een mooie
muzikale evangelisatiehulp voor het
Leger des Heils.
Die Blaasclub van
The Salvation Army heette ‘The Happy Band’.
Minder vrolijk is een begrafenis.
In Amerika ontstond eind
19de eeuw een eigen brassbandtraditie,
waarbij de band
zich leende voor jazzbegrafenissen.
YouTube staat vol met prachtige New
Orleans Jazz Funerals.
Weer eens wat anders dan Mieke Telkamp.
Maar het eindigt niet bij de dood.
Nee, we vieren
het leven met het dweilorkest.
Je kent zo'n club vast van voetbal
dweilorkest Kleintje Pils is
er wereldberoemd om geworden
of van de carnaval.
Daar komt ook de naam dweilorkest vandaan.
Voor kijkers van boven de rivieren:
dweilen is het beneveld rondzwalken.
Tijdens een carnavaleske kroegentocht, ver
voor de uitvinding van de
Bluetooth speaker en
de bijbehorende terreur
voorzag zo'n dweilorkest
je van muziek tijdens dat café kruipen.
En nog steeds. Topsfeer!
Vandaar dat zo'n dweilband ook
wel pretband, Spaßband, plezierkapel en
in Limburg
de zaate hermenie wordt genoemd.
Een dweilorkest bevat doorgaans
trompetten, trombones, baritons of
eufoniums, saxofoon, slagwerk, en
die herken je van veraf, sousafoons.
Deze feestsector komt ook nog
eens regelmatig samen, bijvoorbeeld
op de Bemmelse Dweildag.
Bekende dweilorkesten zijn, naast Kleintje
Pils, de Bellebloazers uit Eibergen,
de RotDweilers uit Bemmel, ‘t
Simpelfonisch Orkestje uit Oosterhout
en Dokters
Swingende Infuustoeters uit Lichtenvoorde.
Limburg en Noord-Brabant hebben
de meeste dweilorkesten.
Flevoland maar één.
Hou vol!
Dweilorkest De Valkenier uit Lelystad.
En tot slot: “In
het mondiale Orkest der Urologie blaast
de Nederlandse sectie een aardig toontje
mee.” Zo lazen we in een urologenvakblad.
Nou, onze gratis tip voor dit
wittejassengilde: ben je betoeterd
vorm Het Blaasorkest!
Tjonge...
jongens volgens mij mogen ze hier ook
wel een keer dweilen hoor. Pfff.