De snelste en de meest veranderlijke stromingen die we op aarde kennen, die vinden boven ons hoofd plaats, in de lucht. Meteoroloog Helga van Leur kan me er alles over vertellen. Helga, er stroomt van alles op onze planeet, maar datgene wat misschien het makkelijkst stroomt is de lucht. Hoe zit het met die luchtstromen? Nou, dat is die wind en bovenin waait het. Dat kun je dit geval zien aan die sirre-strepen. Dat is helemaal verwaaierd, letterlijk en figuurlijk. Bovenin waait het heel hard. Onderin waait het wat minder hard en eigenlijk ontstaat die wind omdat er warme lucht gaat stijgen. En dan krijg je een soort mini-lagedrukgebied. Ergens anders gaat ie naar beneden, krijg je een mini-hogedrukgebied en waar een teveel is gaat naar een gebied waar tekort is en zo ontstaat uiteindelijk wind. Waar komt die warme lucht dan vandaan? Nou, dat begint met die zon. Die zon die stuurt stralen naar de aarde. Ja. Die stralen verwarmen het oppervlak waarbij zand, droog zand, heter wordt dan gras. Dat wordt nog heter dan water, blijft relatief koel en dat wordt dan omgezet in warmte. En die warmte gaat stijgen. Warme lucht wil omhoog, maar als iets omhoog gaat moet het ook ergens anders weer naar beneden toe. Dus hier zou het bij het zand omhoog kunnen gaan op kleine schaal en bij het water naar beneden, wat je langs de kust ook hebt. Op een mooie zomerdag gaat het op het strand wordt het lekker heet gaat het stijgen, de lucht. Boven zee daalt het en dan wordt het een gesloten circulatie. Dus dan krijg je een zeewind. Dus dan lig je op het strand en dan krijg je hele koude zeewind en landinwaarts hebben ze dan de stapelwolken. En precies datzelfde effect zie je ook op veel grotere schaal: luchtstromen die zich over de hele aarde uitbreiden. De evenaar is relatief warm en de polen zijn relatief koud. En wat gebeurt, dus die warme stroom, die wil eigenlijk naar de Noordpool rechtstreeks, maar dat kan niet. Dat is een te lange weg. Dus op een gegeven moment dan zakt de lucht naar beneden toe, een soort mini-hogedrukgebied en dan krijg je woestijngordel met dalende, uitdrogende lucht. Dus daar valt geen regen. Dat kun je planetair heel mooi zien. Weer noord daarvan op het noordelijk halfrond krijg je de strijd tussen of warme lucht uit het zuiden of koude lucht uit het noorden. Dan krijg je die fronten en die liggen nooit op dezelfde plaats. Dat maakt dat het een soort dans, en dat komt omdat die aarde draait. Hij wordt gewoon iedere keer weggeduwd door die aarde en dan krijg je uiteindelijk een rotatie die afwijkt. Maar dan is het dus geen toeval dat de woestijnen zoals de Sahara en de Gobi daar ten noorden van de evenaar liggen en dan Australië en Chili ten zuiden van de evenaar. Exact, dat zit op dezelfde afstand ongeveer van de evenaar. Maar dat betekent dus eigenlijk dat het uiterlijk van onze planeet bepaald wordt door luchtstromingen. Als je geen luchtstromingen hebt, dan heb je eigenlijk geen leven, want dan kan er geen bewolking ontstaan. Dan kan er geen regen ontstaan. Dan krijgen de gewassen geen vocht, dus dan houdt het op. Dus ook de stromingen in de dampkring zijn heel belangrijk voor het leven op aarde. Oké, qua massa stelt het misschien niet zoveel voor, maar de kracht is enorm en de gevolgen kunnen rampzalig zijn.