Dit is het laboratorium van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hier bekijken we die unieke cocktail van gifstoffen. Het gif gaat hierin, door deze buis. En hier kunnen we kijken welke gifstoffen precies in het gif zitten. Die gifstoffen gaan door deze lange buis en worden daarboven gemeten. Dan weten we precies welke ingrediënten in de cocktail zitten. Wat heb je daaraan? Dat laat ik je zien bij de computer. Hier zien we precies welke gifstoffen in dat gif zitten. Welke ingrediënten in de gifcocktail zitten. Deze stof zorgt ervoor dat je gaat bloeden. Deze stof zorgt dat je stopt met ademhalen. Daar is gelukkig weinig van. Gelukkig wel. En deze stof zorgt dat je cellen kapot gaan. 36% bestaat uit die stof. Dat je cellen kapot gaan. Klopt. Ik kan je het effect op de cellen laten zien. Graag. Dan moeten we hierheen. Gaan we doen.
Links zie je de gezonde cellen. Cellen waaraan geen gif is toegevoegd. Je ziet dat de cellen mooi tegen elkaar aan liggen. Ze vormen een duidelijke laag. Rechts zie je wat het gif met de cellen doet. Zijn dit allemaal gaten? Ja. Dus dat doet het gif. Het zorgt dat de cellen kapot gaan. Dus als dit cellen van je bloedvat zijn, heb je een probleem. Je gaat gewoon kapot. Ja. Je gaat inwendig bloeden.
Ik heb hier nog een proefje. Twee buisjes bloed. Mensenbloed. In dit buisje druppel ik straks géén gif. Dit wordt het normale, gezonde bloed. En in dit buisje druppel ik een paar druppels gif. Kijk, hier. Een beetje oppassen. Ik doe een paar druppeltjes gif bij het bloed. Je zult zien dat in een mum van tijd het bloed gaat stollen. Volgens mij wordt het nu al stroperiger. Je ziet het al gebeuren. Ik pak twee schaaltjes. Dan zie je nog beter wat het gif met het bloed doet. Dit is mooi vloeibaar en dun, zoals in je lichaam. En dit is een grote bloedprop.