Als je aan molens denkt, dan denk je toch aan Nederland. Molens horen nou eenmaal bij het Nederlandse landschap. Vroeger hadden we er wel 10.000, maar nu zijn dat er nog maar 1200. Soms omgebouwd tot woning, restaurant of museum. De meeste van die 1200 molens worden niet meer bemand door beroepsmolenaars, maar door vrijwillige molenaars. Marloes Stofferis is er een van.
Toen ik vijf was, wilde ik al molenaar worden. Ik vind het ontzettend leuk om met mijn handen bezig te zijn, dingen over het weer te leren, en omdat ik in de stad woon, vind ik het heel leuk om buiten te zijn. Uiteraard vind ik de wind echt helemaal het einde.
Molenaar zijn is geen hobby zonder risico's. Daarom is een goede opleiding heel belangrijk. Klopt. Kijk, hier is mijn diploma. Wat vet! Je moet minstens twee jaar lang praktijklessen hebben op verschillende molens. En ook veel theorie leren over veiligheid, over het weer. Hoe oud moet je zijn om zo'n opleiding te mogen doen? Vanaf je 14e mag je in de leer. Wauw!
We gaan nu de windrichting bepalen. Dat doen we om de wieken op de wind te zetten, omdat ze anders niet kunnen draaien. Dus als we kijken naar de vlag… Die wappert goed! Het is nu zuidoostenwind. We kijken ook boven op 't molenhuis, daar zie je een windvaantje. Verder kijk ik ook naar de lucht, naar de wolken, want die zeggen ook veel over het weer. Als ik wil weten wat er aan het eind van de dag gebeurt, dan kijk ik op mijn weer-app.
We gaan nu kruien. Kruien? Ja, dat is het bovenhuis met de wieken, op de wind zetten. Dat doen we met dit wiel. Die zit vast met drie kettingen. We halen er twee los. Ja. En dan ga ik erin klimmen. Oké, ik ben benieuwd. Huh? Wat cool! Het doet me een beetje denken aan mijn hamster van vroeger, in zo’n radje. Dat snap ik. Netjes. Zo! Nou... Staat-ie goed? Ja, hoor. Mooi. Top.
De meeste zeilen zitten opgerold aan de achterkant van de molenwiek. Ik ga nu het zeil voorleggen. Wow! Dat ziet er cool uit. Ik moet erin klimmen en ik maak het zeil vast, met deze lussen. Die heten kikkerlussen. Die maak ik vast aan de haakjes die kikkers heten. Ah, de kikkerlussen vast aan de kikkers. Ja. Nice. Nou maak ik 'm vast aan de onderkant. Kom je mee naar de achterkant? Ja. Dus dan gooi ik deze eroverheen en maak ik ze hier mee vast. Deze knopen zijn makkelijk los te krijgen als je plots vanwege onweer heel snel je zeil los moet halen. Nu zit-ie vast? Ja. Nu gaan we naar achteren om de volgende wiek naar beneden te halen. Check. Daar komt-ie al.
Nou, alle zeilen zitten erop, dus we kunnen los. Vet! Ik ben echt benieuwd. Ik trek 'm nu in de haak, zodat de wieken kunnen blijven draaien. Zo, daar gaat-ie, hoor! Hij draait altijd tegen de klok in. Zo, gaat hard, hee!
Deze balk die je ziet bewegen is de as. Aan de voorkant, aan de buitenkant, daar heb je de wieken die dus aan het draaien zijn, waardoor de as beweegt en waardoor ook het bovenwiel beweegt en waardoor ook de koningsspil kan bewegen. Die begint boven en loopt helemaal door tot beneden. Dit is de koningsspil. Die zagen we net boven, maar hij eindigt dus beneden. Ja. En die zorgt ervoor dat het waterwiel beweegt. En dit waterwiel ligt in het water? Nee. O. Dat is heel verwarrend. Het waterwiel drijft het scheprad aan en het scheprad ligt in het water. Wat vet! Ik hoor allemaal water. Normaal gaat-ie nog harder, dan wordt de druk zo hoog, dat het water dit poortje opendoet. Ah! En dan wordt dus het water vanuit de polders… naar de andere kant… En zo worden de polders dus leeggepompt. Hier kun je het ook goed zien. Wow! Vet groot, dat rad!
Van de 1200 molens die er nog zijn in Nederland zijn er nog maar 50 echt beroepsmatig in gebruik. Een molenaar is verzekerd bij het gilde tot zijn 80e! Betekent dat echt dat een molenaar tot z'n 80e in die wieken klimt? Nou, ligt eraan hoe fit de molenaar is. Maar het gaat wel iets langzamer dan als hij 30 zou zijn geweest. Ja. Maar dan heb je nog effe. Gelukkig. Dat vind ik heel fijn. Het is zo lekker om in de buitenlucht te zijn. En het is gewoon heel indrukwekkend om zo'n bakbeest van een apparaat te mogen besturen met alleen de wind en je lijf. En natuurlijk ook de kennis die je kunt overdragen. Er is een tekort aan molenaars. De meeste molenaars doen dit in hun vrije tijd. En ja, als ze wat ouder worden, dan gaat ook de kennis verloren. Dus jonge molenaars gewild, eigenlijk. Absoluut, ja.