Lot? Waar blijf je nou?
Ogenblikje nog.
Oh Arjan, hoelang moeten we nou nog op Lot wachten voordat we weggaan?
Nou ze zei een ogenblikje nog, dus ongeveer zo lang.
Oh ja.
Ze had ook kunnen zeggen een ogenblik. Dat is al net iets korter dan een ogenblikje nog. Snap je wel?
Ja.
Lot, je ogenblik is nu wel voorbij hoor.
Moment.
Ah moment, dat is al korter dan een ogenblikje nog.
Oh ja, ik snap het. Dus een moment is korter dan een ogenblikje nog.
Ja, bij Lot wel ja.
Heel eventjes nog!
Ahj, dan gaat het fout. Heel eventjes nog, kijk dat is veel langer dan moment. Misschien moeten we daar wel blij mee zijn want ze had ook kunnen zeggen 'heel eventjes nog als het mij zo uitkomt'. Dan ben je helemaal de pineut. Dat is heel lang wachten hoor.
Zo.
Hé Lot.
Of ze zegt 'heel even wachten ik pak mijn spulletjes en dan kom ik er nu aan'.
Wat doe je allemaal Arjan?
We gaan weg.
Of ze zegt 'ik ben er helemaal klaar voor hoor, ik kom er aan'.
We gaan nu. Kom.
Kom op Lot.
Hoe vind je mijn jurk?
Nu? Dat is wel heel kort. Wacht even! Wacht op mij!