Zo nou zo hebben we de aarde uit het gat. Ja, en nu? Nou, nu gaan we met ons hand er doorheen, op zoek naar wormen.
Hoeveel wormen vind je in één schep aarde? Of hoeveel bijen zie je voorbij vliegen in een half uur?
Ik zie er één kijk daar, het was een honingbij.
Er worden heel veel dieren geteld en we tellen ze eigenlijk om te onderzoeken of het goed met ze gaat. Dus als je ieder jaar telt, dan kun je bepalen worden het er steeds meer of worden het er minder. Wat gebeurt er precies met de soort.
Om al die diersoorten zo goed mogelijk te tellen zijn er in Nederland het hele jaar door teldagen. Zo kan je deze maand spinnen of egels tellen en in het nieuwe jaar bijvoorbeeld vogels, kikkerdril of vleermuizen.
Wat is dat daar, een gaai?
Iedereen kan meedoen met dieren tellen. Heel simpel. Met een pen en een tel formulier kan je aan de slag. De herfstspin. Ook als je nog niet zoveel over de dieren weet. Maakt het uit als je een foutje maakt tijdens het tellen?
Nee, dat maakt niks uit. Iedereen maakt fouten. Soms dan mis je een soort, soms dan tel je een individu tel je bijvoorbeeld dubbel. We zijn met heel veel mensen, heel veel vrijwilligers die tellen. Dus als je een keer eentje meer of minder hebt, maakt helemaal niks uit.
Dat scheelt. Er zijn ook dieren tellingen die door deskundigen alleen wordt gedaan. Bijvoorbeeld het tellen van zeehonden. De resultaten van al die dierentellingen worden goed bestudeerd. Zo weten biologen waar welke soorten voorkomen, of het goed met ze gaat en hoeveel ervan zijn. Die informatie is belangrijk, want zo kunnen wetenschappers erachter komen of een diersoort beschermd moet worden. Dus als je aan zo'n telling meedoet, weet je dat het ook echt ergens goed voor is.
Kijk kijk hoor je hem, dat gekek. Ja, een grote bonte specht.