Bij een film kijken in de bios hoort natuurlijk een flinke bak popcorn. Nu ja, want vroeger was dat anders. In de negentiende eeuw in de Verenigde Staten werd popcorn vooral op kermissen, markten en in het circus gegeten. Mensen waren er in die tijd gek op. Om verschillende redenen. Zo klinkt het heel gezellig als het gemaakt wordt, het ruikt goed, het smaakt lekker en het was hartstikke goedkoop. Het zijn alleen maar maiskorrels. Deze Amerikaanse meneer Charles Cretors zag hoe populair popcorn was en bedacht iets nieuws. In 1885 vond hij een machine uit waarmee hij popcorn kon poffen. Die machine wilde veel ondernemers wel hebben, zodat ze het zelf konden maken. En zo werd er op steeds meer plekken popcorn verkocht, behalve in de bioscoop. De bios was 130 jaar geleden nog een deftig en prijzig uitje, net als bijvoorbeeld naar het theater gaan. Popcorn of andere kruimelige snacks paste daar niet bij, vonden ze. Ook wel logisch misschien wel, maar het veranderde in 1929, toen een grote economische crisis begon waardoor mensen armer werden en weinig geld hadden. En wat konden ze wel betalen? Precies, popcorn. Steeds meer mensen gingen het eten als snack en namen het zelf mee als ze naar de bioscoop gingen. De bioscopen zagen toen dat er dus wel wat aan te verdienen viel en dus waren ze eindelijk om en gingen ze daar ook popcorn verkopen. En zo komt het dat veel mensen en kinderen nu nog steeds gek zijn op popcorn. Heel gek.