In praktijk betekent tolerantie vaak gewoon leven en laten leven. Een houding die grenst aan onverschilligheid. Dat is op zich niet zo gek. We wonen tegenwoordig met steeds meer mensen boven op elkaar en soms kan je maar beter onverschillig zijn en elkaar met rust laten. Tegelijkertijd is het ook onhandig. Omdat we elkaar daarom nooit leren begrijpen en er altijd vooroordelen blijven bestaan en die kunnen weer lijden tot conflict. Iemand die anders leeft en denkt, dwingt ons om na te denken over de manier waarop we zelf leven en denken. Dat kan confronterend zijn. We blijven liever in onze veilige bubbel leven. De Duitse theoloog en filosoof Theo Sundermeier woonde jaren in Afrika en kwam tot de conclusie dat er 3 manieren zijn waarop we kunnen omgaan met iemand die anders leeft dan wij en die wij dus als een vreemde zien. 1: we dwingen de ander om hetzelfde te worden als wij zijn. Hiervoor moet die ander zich dus aanpassen aan onze ideeën. 2: We houden de ander op afstand en laten hen nooit toe tot onze eigen wereld. De ander blijft altijd anders. Vreemd, exotisch. of 3: We zien de ander als een spiegel waarin we onszelf kunnen bekijken, dat betekent dat de ander een verrijking is in ons leven juist omdat hij anders is. Hij hoeft niet te worden als wij, hij kan ons leren de wereld anders te zien.
Dat is natuurlijk best ingewikkeld. Dat wist Sundermeier ook wel. Dat betekent dat we open moeten staan. Zijn geheim? Niet te snel zoeken naar harmonie. Dat iemands manier van leven haaks op de jouwe staat, betekent niet dat een van jullie 2 het verkeerd doet. Dat betekent dat er honderden manieren van leven mogelijk zijn. En dat, zegt Sundermeier, is geen bedreiging, maar een verrijking.