John Maynard Keynes’ bekendste werk is 'The General Theory of Employment, Interest and Money' uit 1936. Tijdens de periode van de na-oorlogse wederopbouw is de economische politiek van de meeste westerse landen een tijdlang op deze Keynesiaanse ideeën gebaseerd.
Keynes maakt in zijn boek onderscheid tussen twee soorten economen: vrijwel al zijn voorgangers noemt hij Klassieken, aan de andere kant staat hij zelf. De Klassieke economen hebben een onbegrensd vertrouwen in de vrijemarkteconomie. Keynes bepleit juist, dat een economie in crisis niet altijd in staat is zichzelf aan de haren uit het moeras omhoog te trekken. Een sturende overheid is naar zijn mening nodig om de ergste valkuilen van het kapitalisme te vermijden.