Wauw, Pip! Zo mooi. Zie je wel dat je het wel kan. Zie je wel, zie je wel? Maar Woezel, dat was ik niet. Dat kwam van...Hallo, mevrouw. Niet mevrouw, grande dame. Ik ben Tania Kross en ik ben operazangeres. Wauw, Tania Kross. Wat was dat voor een liedje? Dat kennen jullie toch? He? Nee. Woezel en Pip, Woezel en Pip O! Dat is ons liedje. Wat komt u doen, mevrouw Tania Kross? Ik ga een boekje voorlezen. Mag ik binnenkomen? Even vragen, hoor. Tante Perenboom, Tania Kross is hier. Mag ze binnenkomen? Ja, natuurlijk, Woezel en Pip. Leuk, kom maar gauw binnen. Kom binnen. Wat kan u mooi zingen, zeg. Dank je wel. Het was gewoon: *Woezel en Pip *Woezel en Pip, Woezel en Pip. Weet je Tania, ze durft niet zo goed te zingen. Echt? Nee. Niet als er mensen luisteren. Daar heb ik juist dit boekje voor. Het gaat over een prinsesje dat alleen durft te zingen als ze in de badkuip ligt. Echt waar? Ja. Zal ik voorlezen? Ja, leuk, leuk. Alle eendjes zwemmen in het water, falderalderiere, falderalderare. Dat zingt Keteltje vrolijk. Ze zit in een bad vol schuim. De bellen glanzen in het licht. Keteltje, roept koningin Moeder, kom uit bad. We moeten naar beneden voor het feestmaal. Beneden is de lange eettafel gedekt. Dag, hallo, zegt Keteltje tegen de dame rechts van haar. Goedenavond, prinses Keteltje, zegt de mevrouw. Ik ben mevrouw Maria Katlena Fiadelli. Wat een mooie naam! Dat zegt de dame. Ik ben operazangeres. Ohhhhh. Dat zing ik dus ook, he. Hoe gaat dat dan? Het gaat een beetje zo. Ohhh. Wat mooi.
Goed was ik, he? Ik vond het best mooi, Woezel. Best wel, best wel. Keteltje zegt: O, wat leuk. Ik zing ook. De operazangeres zegt: Morgen zing ik. Er speelt een groot orkest mee. Het komt op tv. Op tv? Ja. Zingt u met mij mee? Tania, wat is een orkest? Een orkest zijn allemaal muziekinstrumenten die samen op EEN podium zitten en spelen. En dan gaat die mevrouw zingen met als die muziekinstrumenten? Ja. Op tv! Dat zou ik niet durven. Dat is spannend. Al die mensen die naar je kijken. Zullen we verder lezen? Dan komen we er vanzelf achter of ze het durft. 's Avonds loopt Keteltje aan de hand van prins Opa de televisiestudio in. De operazangeres komt aanlopen en zegt: Welkom, we beginnen meteen. Ik vind het toch wel een beetje griezelig...zegt Keteltje zachtjes tegen prins Opa. Ik snap dat wel. Het is ook griezelig als zo veel mensen kijken. In de badkamer luisteren niet zo veel mensen mee. Dat zei ik toch? Als je alleen bent, dan kan het. We moeten op, zegt de operazangeres. Ze sleurt Keteltje aan haar hand mee het podium op. De schijnwerpers schieten aan. Keteltje ziet dat de zaal vol mensen zit. Leuk! Heel veel mensen? Ja. De muziek begint. De dirigent wijst naar Keteltje. Nu moet ik zingen, denkt Keteltje wanhopig. Maar mijn zingen zit op slot. Dat bedoel ik! Dat heb ik dan ook. Het is hier zo anders dan thuis in de badkamer. Dat is ook veel spannender. Gaat jouw zingen dan ook op slot? Ja, dan komt er niks meer uit? Dat heb ik nooit. Wat vervelend voor jou. Ja. Zing, fluistert de operazangeres ongeduldig. Keteltje perst haar lippen op elkaar en schudt haar hoofd. Kom op, Keteltje. Precies op dat moment roept Prins Opa: Maak plaats! Waarvoor? Er komen lakeien de studio in. Ze tillen iets groots en zwaars. Het is de badkuip van het paleis! Veertien lakeien dragen emmers water en vullen de badkuip. Echt? Daarna helpen ze Keteltje met jurk en al het bad in. Met een jurk aan! Zo gaat het beter, denkt Keteltje. Ze haalt diep adem en zingt. Dan klimt de operazangeres bij Keteltje in de badkuip. Samen zingen ze de sterren van de hemel. Ook met een jurk aan! En hoe ging het liedje? Alle eendjes zwemmen in het water, falderalderier, falderalderare, alle eendjes zwemmen in het water, falderalderalderalderarara. Hee, Pip! Je kan zingen! Bravo! Bravo! Dan moet ik buigen als een echte operazangeres. Ooo, wat goed. Nou, daar word ik zo blij om. Ik ook. Wat is dat leuk, zeg, zingen. Leuk, he? Kunnen jullie ook een beetje techniek gebruiken? Techniek? Wat is dat? Dat je je buik een beetje aanspant en goed inademt...en dan uitspannen en dan komt het geluid zo: Mi, mi, mi, mi, mi, mi. Mi, mi, mi, mi, mi, mi. Goed inademen eerst, he. Figaro, Figaro, Figaro, Figaro, Figaaaaaaroooooooo. Nu wij. Figaro, Figaro, Figaro, Figaro, Figaaaaaaroooooooo. Heel erg goed.Kom wij nu ook op tv? Ik ben trots op jullie. Nou, ik laat jullie dat lekker samen doen. Jaaaaa! Ik ga er weer vandoor. Het was erg leuk dat ik mocht komen. Wij vonden het ook leuk dat je er was. Ja, wat heb je mooi gezongen. Dank je wel. Tot ziens. Daar gaan we. Een, twee, drie, vier. Figaro, Figaro, Figaro, Figaro, Figaaaaaaroooooooo. Figaro, Figaro, Figaro, Figaro, Figaaaaaarooooooo.