Wiskunde vind je in allerlei beroepen terug. Hoe gebruikt bijvoorbeeld een bedrijfsleider van een supermarkt wiskunde?
Supermarkten hebben altijd zoveel producten van hetzelfde, hier ook weer: tien dezelfde chocoladerepen, zeven soorten citroensap; waarom is er zoveel keus?
Ja, iedere persoon heeft een andere smaak en iedereen wil iets anders kiezen. En niet iedereen wil elke week hetzelfde eten. De ene week willen ze pure chocolade, de andere week melkchocolade en zo kunnen ze veel meer kiezen. Jij eet toch ook niet elke week hetzelfde?
Nee. Nee, dat is zo. En let je nou bijvoorbeeld op dit hele schap is chocola, let je dan ook nog op waar je welke chocolade legt? Ja, vanuit het hoofdkantoor krijg je een plan, nou, dat ziet er zo uit. En daar staat precies op wat waar moet liggen in het schap en wat we allemaal dus gaan verkopen.
Ja, en let je nog op iets als jij het schap inricht? Ja, deze chocolade, die is van het huismerk, die ligt bijvoorbeeld op ooghoogte, omdat mensen het dan beter zien. Dus dat je voorbij loopt, dat je dan die sneller ziet? Ja, en daar verdienen we ook meer geld aan.
En let je nou nog ergens op, bijvoorbeeld hoe iemand loopt in de winkel? Ja, natuurlijk, want je begint altijd met de reclames als je binnenkomt, want daar komen mensen voor. En dan krijg je de versdingen: groente en aardappels, vlees eten mensen elke dag. Komen ze in het laatste pad naar de kassa toe en dan staan ze te wachten en dan zien ze de chocolade en het snoep en dan denken ze: “oh, dat ziet er lekker uit, daar neem ik er nog eentje van mee!”.
Maar je hebt vast ook te maken met een bepaald budget toch, dat je, nou, heel veel versproducten in de winkel wilt hebben liggen, maar je wilt ook niks weggooien aan het einde van de dag?
Ja, dat is ook zo, want je wilt niet alles weggooien, dat is niet goed voor de supermarkt. En dat probeer je net als het brood probeer je dan zelf af te bakken brood of mensen het brood mee te geven om thuis af te bakken, of wij doen het aan het einde van de dag als we zien dat het brood bijna op is. Nou, zo krijgen we nooit dat we heel veel over datum hebben dus of dat er heel veel weggegooid moet worden.
Maar dan moet je tijdens de dag ook zelf best wel inschatten: “okay, hoe loopt het brood?”, “moet ik wat bij bakken?”?
Ja. Ja.
Waar houd je nog meer rekening mee?
Wij hebben hier natuurlijk met veel gezinnen te maken, dus dan ga je niet twee toetjes kopen, maar dan koop je een pak vla, want het is veel voordeliger en veel makkelijker voor het hele gezin. En inderdaad: wij hebben veel minder tweeverdieners, dus veel minder mensen die allemaal werken, dus daar hebben we ook niet zo heel veel producten voor, voor zulke mensen. Dus dat bestellen we dan ook veel minder.
De producten in een winkel staan niet zomaar ergens, er is over nagedacht. Ze staan op die plek met een bepaald doel.