De zon is een van tien triljard sterren in het heelal. Niks bijzonders dus. Als je op een heldere avond naar de sterrenhemel kijkt, zijn al die flikkerende puntjes zonnen. Allemaal brandende gasbollen, heel ver bij ons vandaan.
Dit is het sterrenbeeld Orion. De oude Grieken zagen hier een dappere jager in. Je kunt het ‘s winters goed zien en meteen herkennen aan drie sterren die strak op een rijtje staan. De gordel van de jager. Net onder de gordel vind je een kleine vlek. Je kunt hem met een goede verrekijker vanaf de aarde zien. De Orionnevel.
Maar veel beter zie je het met de Hubble. De enorme ruimtetelescoop die al 25 jaar rond de aarde draait en de meest bijzondere en haarscherpe foto’s van het heelal maakt. Ook van de Orionnevel. Als je goed kijkt, zie je allemaal jonge sterren in een groepje bij elkaar.
En nu nog steeds worden in die wolk van gas en stof nieuwe sterren geboren. Net als onze zon 4,5 miljard jaar geleden. De Orionnevel is een kosmische kraamkamer.
Er zijn nog veel meer plekken in het heelal waar sterren worden geboren. Dat is een proces van miljoenen jaren.