Jongen: Uhm, Andijvie.
Meisje: nee, wortels.
Peterselie!
Jongen: Dat wou ik net zeggen.
Man: Het is wortel.
Voor het eerst komen deze kinderen uit de buurt dit gloednieuwe stukje landbouw in Rotterdam bekijken. Het is misschien lastig voor te stellen, maar maandenlang was dit terrein hartstikke leeg. En was dit het uitzicht. Inmiddels een half jaar later ziet het er hier dus zo uit. En staat het bomvol met allemaal verschillende soorten groente. En dit soort plekken zie je dus steeds vaker verschijnen.
Het idee van de stadslandbouw is overgewaaid uit Amerika. Op dit moment zijn er in Nederland meer dan 40 stadslandbouwplekken. En dat worden er razendsnel meer. Dat er zoveel ruimte is voor landbouw in de stad komt door de economische crisis.
Man: Waar we nu staan zouden eigenlijk huizen gebouwd worden maar omdat er geen geld is om de huizen te bouwen, blijft dit terrein de komende tien jaar van ons.
Jongen: Ik vind het wel beter wat heb je aan een plek als je er toch niets mee doet
Meisje: Ik vind het goed dat het nuttig gebruikt wordt voor groente en fruit.
Er zijn al allerlei manieren om zelf groente in de stad te verbouwen. Op sommige scholen gebeurt het met schooltuintjes, anderen hebben een volkstuintje waar ze wat groente verbouwen. Of mensen doen dat gewoon in hun achtertuin of op het balkon. Maar bij stadslandbouwprojecten gaan ze vaak nog wat verder. Daar vinden ze zelfs hoog in de lucht nog een plekje om een moestuin te maken. Zoals deze tuin op het dak van een gebouw in Rotterdam. En in dit pand wordt geëxperimenteerd met de poep van vissen. Het wordt gebruikt als mest voor groente.