♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Hallo allemaal, vandaag gaan we met de boswachter mee. En we gaan zoeken naar sporen. Spoorzoeken.
En wij kunnen ook sporen maken.
Hoe dan? Oh ja!
Kijk eens: nou is er een mens geweest.
Ja, van je schoen.
En Flip, heeft die ook een afdruk misschien? Heeft hij ook een voetafdruk, heeft hij ook een spoor?
Eh… Natuurlijk.
Zullen we die ook proberen?
Ja. Dan ga ik hard stampen. Dan kan je het goed zien. 1, 2, huhuh! Zo.
Plat, een stukje platter.
En zullen we dan vandaag eens even gaan kijken of we sporen van dieren kunnen vinden en een leuke tocht gaan maken?
Ja!
En wie ziet nou de eerste aanwijzing al?
We gaan een speurtocht doen!
Oh jee.
Hier wel wat.
Er zit een kaartje.
Ja, jij hebt het gevonden!
Ja.
Dat is goed.
Ja.
Herkennen jullie de keuteltjes?
Ja, een konijn, konijnenkeuteltjes.
Hé, wat goed. “Gaan jullie nu op zoek naar zijn sporen”, dat staat er.
Ja! Hoe ziet het spoor van een konijn er uit? Hé, een pijl. Oh, als we de pijl volgen, komen we bij de kaartjes.
En herkennen jullie nou het goede spoor van het diertje waar de keuteltjes bij hoorden? Misschien kan Flip ook wel even kijken.
Oh, ja, dus wij moeten het goede kaartje uitkiezen? Even kijken, dit is een zwijn en een eend, en een.., ja, en een konijn. Nou.
Misschien komen we die ook nog wel tegen.
We wisten het: konijnenkeutels waren het. Oe, nou krijgen we een enveloppe. Aha, dus als we het goed hebben krijgen we puzzelstukjes. Naar de volgende jongens! Een aanwijzing.
Dit is een schattig dier.
Maar heeft scherpe stekels.
Ja.
Ga op zoek naar zijn spoor.
Een schattig dier met scherpe stekels. Mmm, een beetje moeilijk hoor. Volg de pijl jongens! Ah, hier zijn de kaartjes!
Ja, we moeten echt hier zijn.
Een eend.
Oh, en die dan?
Een vogel.
Een vogel, maar een vogel heeft geen stekels.
Zou dat ‘m zijn dan?
Een egel!
Hebben jullie wel eens een egel gezien?
Natuurlijk! Een schattig dier met stekels.
Nee, nog nooit.
Dat was ‘m weer, dan krijgen we weer puzzelstukjes. Naar de volgende! Wat zijn jullie snel!
We hebben de sjaal van Flip de Beer, en ik denk misschien dat Flip het wel heel koud heeft, zullen we ‘m omdoen?
Ja.
Nou, graag!
Wie kan dat?
Lekker warm.
Zo. En we gaan weer op zoek naar sporen hè, van een… beer in het bos!
Oh ja, berensporen.
Flip, nu ben jij Flip.
Hé Flip, heb je een berenspoor?
Hé, van mij!
Zo, dan gaan we Flip ook eens even laten zoeken.
Ja, dat ben ik! Nou, gevonden!
Een pijltje! Een pijltje!
Hebben we een pijltje? Volg de pijl!
En waar komen we dan?
Wat gaat dat snel.
Hier een aanwijzing. Wat moeten we doen?
Een bakje water.
Een bakje water?
En vliegen.
Dit is een eend.
Een eend.
Wow.
En wat voor geluid doet een eend?
Kwaak. Kwaak.
Oh, die ken ik heel goed. Let op: kwak, kwak, kwak. Goed hè?
Kwaak, kwaak, kwaak.
Ah. Nou, een eenden pootafdruk, ja, dat is die. Ja, iets hoger jongens, mijn hoofd moet iets, ja, zo kan ik het zien. Ja, dat is de goede! Weer een puzzelstukje!
Een eend, nu hebben we alweer twee puzzelstukjes.
Hoeveel hebben we er nou? Een heleboel. Kunnen we nou de hele puzzel al maken?
Het zijn stukjes van Flip. Het is Flip de Beer denk ik.
Het wordt Flip.
Wordt het Flip?
Wordt het Flip?
Ja!
Ja, nou wordt het Flip.
Ik zie een witte vacht. Ah, we mogen nu de puzzel maken.
Kom je ook mee puzzelen?
Ja.
Lukt dat?
Ja. Even kijken hoor. We moeten goed samenwerken jongens. Dan kunnen we samen de puzzel oplossen. Ja, waar moet die?
Deze moet hier.
En die met het rechte kantje, die moet aan de zijkant hè. Ja, oh, wow, ik ben het echt! Goed gedaan jongens!
Dag, tot de volgende keer!
Dag, tot de volgende keer!