Ik zit hier op de zolderkamer van Hans en hier ontwerpt hij spellen. Hoe doe je dat nou? Hoe verzin je een spel, Hans?
Een spel ontwikkelen, dat begint eigenlijk gewoon met een idee. Dat kan elk moment zijn. Ik heb ook wel eens ideeën op de raarste momenten, als ik in het bos loop bij wijze van spreken. En die moet je dan toch wel gauw even opschrijven, zodat je ze niet vergeet, want dat is heel zonde.
Maar wat denk je dan: “dobbelstenen gooien” of “steentjes verplaatsen”?
Het begint echt gewoon maar met iets, gewoon een beeld. Bij dit spel had ik op een gegeven moment het volgende beeld in mijn hoofd, eigenlijk dat is eigenlijk wel leuk om te laten zien: ik had op een gegeven moment het idee: “je hebt vier vierkantjes en als je die bij elkaar brengt, kun je een nieuw vierkantje maken”. Toen op een gegeven moment dacht ik van: “nou, ik maak een prototype”, en dat was dit.
Dat was eigenlijk een model is dat, een prototype?
Dit was het eerste model.
En dan om het uit te proberen?
Ja. Ja. En het mooie was ook: op deze manier kon je aan die ka…, want je moet die kaartjes draaien, dus gewoon door de vinger nat te maken, bijvoorbeeld kon je er twee verwisselen. Zo eenvoudig gaat het in het begin.
Toen had je dit geknipt en gemaakt, en met wie ben je toen gaan spelen?
Eerst met familie en vrienden, want ja, ik begon toen ook nog, dat waren mijn eerste spellen eigenlijk, ben gewoon begonnen met spelen, uitproberen.
Je moet alles verzinnen; met hoeveel mensen je het doet?
Ja.
Wat de regels zijn?
Ja. Ja. Ja, dit spel kun je bijvoorbeeld ook in je eentje spelen, maar is met zijn tweeën waan-zinnig leuk.
Maar kun je een geheim verklappen: wat is nou een goed spel, waar moet het aan voldoen?
Nou, het moet snel zijn, ik bedoel: snel te leren zijn, vlot speelbaar, er moet voldoende varia-tie in zitten en het moet natuurlijk heel spannend zijn.
Zullen we een potje tegen elkaar doen?
Ja, dat is goed.
Even kijken.
Kun je een beetje tegen je verlies?
Eh, nou… Nou, wacht maar af.
De jongste speler mag beginnen, dus dat voordeel heb je al!
Hahaha! Nou, gefeliciteerd.
Dankjewel.
Je hebt het snel door!
Ja.