Het is weer vrijdag, dus bij mij aan tafel zit professor Bolleboos. U heeft weer iets uitgevonden, professor? Zeker weten. Voor iedereen die weleens een spelletje speelt en niet zo goed tegen z’n verlies kan. O ja, dat heb ik ook wel ’s ja, dan heb ik verloren en dan denk ik toch, hm jammer. Ja, precies! Maar ja, verliezen hoort er natuurlijk wel bij. Ja, maar vanaf nu dus niet meer. Met dit fantastische spel! Ik ben heel benieuwd. Het spel heet: Ik heb gewonnen! Want dat is het geniale: iedereen die dit spel speelt... die wint. Hoe kan dat nou? Nou. Zullen we het gewoon eens eventjes oefenen? Ja. Nou. Pak maar een kaart. Deze. Ja. Dank je wel. Eh… ‘Welke kleur…heeft deze gele kaart?’ Ja. Geel. Ja. En dat is goed! Oooh! Knap zeg. Ik ben. Hoeveel hoorns heeft een eenhoorn. Eén. Ja! Dat is goed! Oh, nu staan we allebei bovenaan. Jij bent. Pak jij deze ronde kaart… Even kijken…. Spannend… ‘Welke vorm heeft deze ronde kaart?’ Ja... rond natuurlijk. Ja! En dat is weer helemaal goed!! (GEROEZEMOES) Huh? Leuk hè? Ik ben weer. Eh, professor… professor. Dit is toch helemaal geen leuk spel, als we de hele tijd alles goed hebben? Ja nee, maar dit was ook een voorbeeld, hè? Als je het spel echt speelt, zul je zien hoe leuk het is. Oh. Zullen we een keer een potje voor het echie doen? O ja. Laten we dat doen. Ja? Goed. Oke. Dan krijg jij deze… Zo. Wie het hoogste gooit, die mag beginnen. Ja maar Professor… op mijn dobbelsteen staan alleen maar zessen. Dus dan gooi ik toch altijd het hoogste? Dat is juist het mooie; op de mijne staan namelijk ook alleen maar zessen. Nou. Komt ie! Oooh! Zes! Oh super! Beter kan niet! (ZUCHT) Jij bent. Nou. Ja, zes. Oh geweldig! Nou dan eh…eh… eh… dan eh.. moeten we opnieuw dobbelen. Want we hebben allebei het hoogste gegooid. Ik ben weer. Zes!! Geweldig! Jij bent. Maar professor... Ja? Op deze manier kun je toch nooit beginnen met het spel ‘Ik heb gewonnen’? W- w- waarom niet? Omdat we allebei de hele tijd alleen maar het hoogste gooien. Dat is toch niet leuk? Eh... Volgens mij is het juist heel leuk bij spelletjes dat je een winnaar én een verliezer hebt. Eh… ja…ja misschien… is dat toch best handig en fijn. Ja tuurlijk. Zodat je bijvóórbeeld een spelletje kan beginnen! Ja…. Ja, nou zie ik het zelf ook. Bent u er volgende keer weer, professor? Zeker weten! Professor Bolleboos, dames en heren! (APPLAUS)