Pino, Pino, Pino, hou nou eens op met dat gedoe. Goedoe? Wij zijn aan het dansen hoor. Wij? Hahaha. Wat is Pino nou weer aan het doen, Aart? Wij zijn aan het dansen. O! Neem me niet kwalijk, ik wist niet dat jij zo’n danstype was. Nee, nee, maar dat zeg ik ook niet. Pino zegt: “wij zijn aan het dansen”. Maar jij danst toch niet mee? Nee dat is niks voor mij. Maar waarom zegt Pino dan wij? Pino? Wat ben je aan het doen? Dat zie je toch? Wij zijn aan het dansen. Nou Pino, luister eens. Jij bent toch alleen? Dus moet je zeggen: “ik ben aan het dansen”. Meneer Aart en ik, wij zijn wij. Toch Aart? Ja. Wij zijn aan het kijken hoe jij danst. Snap je? Ja, helemaal. Dus, wij zijn aan het dansen! Pino, Pino, dat kan toch helemaal niet? Wie danst er dan nog meer? Mijn schaduw! Kijk, mijn schaduw en ik, wij zijn aan het dansen. Hahaha. Maar dat is toch verschrikkelijk grappig? Dat is een echt Pino-antwoord. Ik hou het voor gezien. Meneer Aart gaat weg. Maar mijn schaduw en ik, wij blijven staan. Gezellig! En we gaan dansen Pino! Schudden met je billen.