Het regent vaker en harder. Rivieren moeten steeds meer water afvoeren, maar rivieren krijgen steeds minder ruimte, ingeklemd tussen steeds hogere dijken. Terwijl achter de dijken het land daalt. Als de dijken doorbreken lopen 2 tot 4 miljoen Nederlanders gevaar.
Wij moeten dit gevaar het hoofd bieden. Door de rivieren meer ruimte te geven kan de waterstand bij hoogwater worden verlaagd. De kans op overstromingen wordt daardoor aanzienlijk kleiner.
Op 39 plaatsen langs onze rivieren wordt gewerkt aan die ruimte voor het water. Als we de dijken landinwaarts verleggen worden de uiterwaarden breder. Door dijken van polders aan te passen kan het hoog water die ruimte gebruiken. Uiterwaarden kunnen ook worden afgegraven, daardoor heeft de rivier meer ruimte om het water af te voeren.
Maar we kunnen ook het zomerbed van de rivier verdiepen. Kribben stuwen bij hoogwater de rivier op. Door ze te verlagen kan het water sneller doorstromen. Daarom pakken we andere obstakels in de rivier ook aan. Zo kan er sneller water worden afgevoerd.
Een hoogwatergeul is een bedijkt gebied dat aftakt van een rivier om een deel van het water via een andere route af te voeren. Als de stormvloedkeringen gesloten zijn terwijl de rivieren veel water afvoeren gebruiken we een tijdelijke waterberging en daar waar het nodig is versterken we de dijken.
Deze maatregelen samen vormen het programma ‘ruimte voor de rivier’. Goed voor onze veiligheid, maar ook goed voor de ruimtelijke kwaliteit van het rivierenlandschap. Daar waar wij ingrijpen proberen we tegelijkertijd ruimte te bieden aan natuur en recreatie.
De rijksoverheid is opdrachtgever, maar de waterschappen de gemeenten en de provincies zijn de vormgevers en uitvoerders. Deze intensieve samenwerking zorgt ervoor dat alle 39 projecten binnen budget en gestelde tijd in 2015 zijn gerealiseerd. ‘Ruimte voor de rivier’ is hoogwaardig en innovatief watermanagement. Daar zijn wij altijd goed in geweest en dat geeft ons vertrouwen voor de toekomst.