Ja! En dan is het nu tijd voor roep het beroep. En dat speel ik weer met Kim. Welkom! Hoi ja hoi ja. Hai. En nou hoop ik dat het eindelijk eens een keertje goed gaat. Jaa! Zo, je hoeft nu nog niet te roepen hoor, straks pas. Achter het scherm staat iemand met een bijzonder beroep. Jij…Bernie! Je krijgt zes aanwijzingen en als je het beroep weet, moet je roepen. Bij elke keer dat je het foute beroep roept, gaat er een koekje uit de broodtrommel. Tijd voor de eerste aanwijzing en die komt vanachter het scherm. Berny! Sorry! Ja, net op tijd. Zeg het maar jongen. “Als je iets fout doet, dan krijg je met mij te maken.” Oei, dat klinkt spannend. Kim, enig idee? Ja, ik denk het wel. Dan zeg ik roep het beroep! Kim, voor zes koekjes, met wie krijg je te maken als je iets fout doet? M’n moeder! Huh? Ja nee, da’s niet goed, dat hoef ik niet eens te vragen, want dat is geen beroep. Ohnee? Wat stom! En fout, hopla, eerste koekje eruit. Aanwijzing nummer 2: “als je iets verkeerds doet, dan zal ik ervoor zorgen dat je geld moet betalen, of erger nog: dan sluit ik je op”. Oh, m’n vader! Kim? Is het niet goed? Nee, het is niet goed. De wlf, hou hem tegen! Een politieagent! Nee. Huh? Dit is toch een politieagent? Ja, maar dit telt toch niet? Dit kunnen we niet goed rekenen. Nou, Roodkapje, wat een geluk dat we een agent te gast hadden. En Kim, geen koekjes voor jou maar om het goed te maken mag je de volgende keer weer meedoen met roep het beroep!