De snijtafel. Als je dierenarts wilt worden moet je leren hoe dieren er van binnen uit zien. Je moet er dus in snijden. In dode dieren, natuurlijk. Vandaag op de snijtafel: Een paardenbeen. Dit is gaaf. Ja, been. Mooi, he? Er liggen gewoon twee losse paardenhoeven op tafel. Twee achterbenen zie je hier. Of delen van achterbenen eigenlijk. Waar we naar gaan kijken zijn de pezen. Dus aan jou de vraag... om een pees uit dit paardenbeen te halen. Even kijken, de pees, pees, pees, pees. Hier voel ik hem lopen. Hier loopt echt een grote pees. Hierzo. Kijk, als ik hieraan trek, dan zie je het heel mooi. Dan gaat die poot omhoog. En een pees, die zit vast aan een spier. En als die spier aanspant en korter wordt... dan trekt die dus aan die pees en die pees zit weer vast aan het bot. En daarmee kun je dus eigenlijk je botten bewegen. En die moet ik vrij gaan prepareren? Ja. Pezen zijn super belangrijk. Wij hebben ze ook. In onze armen, onze handen, onze benen, onze voeten. Alleen zijn ze bij een paard heel groot en heel sterk. Een paard weegt wel 600 kilo en moet hard kunnen rennen. En hoog kunnen springen. Daarom zitten de pezen van een paard geniaal in elkaar. Dit soort prepareerwerk heb ik ook bij geneeskunde gedaan, bij de mensengeneeskunde. Heb je daar ook zulke grote pezen gezien? Nee, nooit. Hier komt hij tevoorschijn. Ja en die loopt helemaal door naar het een na laatste teenkootje. Deze pees zit vast, hier zo...Ja. aan het bot. Ja. Dan gaan we weer even zo doen, ja? Ja, joh, kijk. Kan hij hem helemaal mee optillen. Nou, deze pees loopt nog door tot daar. He? M-hm.Maar hier loopt een eh... een soort van enkelband overheen. Om hem goed strak bij de poot te houden. Dus die gaan we nu even afknippen. Ja. Oke. Zo! Ja, stevig, he? Oh, dat is hartstikke moeilijk! Dat moet natuurlijk ook, want zo'n pees moet hartstikke veel kunnen trekken. Dragen. Zie hier... een echte pees. Hartstikke sterk. Een paard loopt eigenlijk op het puntje van zijn tenen. En dan is de hoef de nagel, zoals wij de nagel hebben. Dan hebben we 't laatste teenkootje, het middelste teenkootje, het eerste teenkootje en dan komen we hier bij het middenvoetsbeentje. Bizar! Ja. Dus een paard loopt eigenlijk als een ballerina op z'n tenen? Ja. En waarom zou dat handig zijn? Dan krijg je langere poten en kun je dus harder rennen. Ja, hoe langer de benen, hoe groter de staplengte. Ja. En het is natuurlijk een vluchtdier. Ja. Zelfs bij de geboorte moeten ze al kunnen rennen. Ja. Hier hebben we een volledig skelet van een paard. Dus net heb ik gekeken naar een onderbeen van een paard. Linkerbeen. Mensen hebben vijf tenen, maar een paard heeft er dus maar eentje. Ja. Die heeft maar één teen. Ja. En je ziet dus heel mooi... dat een paard een, twee, drie teenkootjes heeft. Wij mensen hebben dat ook. Deze kan ik buigen, dan zie je een, twee, drie kootjes. Dan een middenvoetsbeentje, dat is deze lange hier. Die eindigt in je hak. Hak. En dan ga ik naar deze kant. Kijk, hier zie je dan het onderbeen. De tibia heet dat, het scheenbeen... waar tegenaan getrapt wordt als je voetbalt. En dan een kort bovenbeen. Mensen hebben een lang bovenbeen, die loopt van je knie tot je heup. En dat is bij paarden dus best wel kort. En die eindigt in je heupgewricht. Nou, dan hebben we hier een ander paardenbeen. En dan zie je hier de pees die jij eruit heb gehaald. Die heb ik er net uit gehaald, dit stukje. Deze. Ja. Oke. En je ziet dat-ie helemaal doorloopt naar boven. Helemaal richting het dijbeen. En de pezen van een paard moeten heel veel krachten kunnen weerstaan. Op het moment dat-ie op z'n ondervoet landt, dan zakken als het ware de gewrichten een beetje in. En dan komt dit helemaal op spanning te staan. En door die rek in de pees laadt-ie als het ware energie op... die hij dan als een soort elastiek gebruikt, als het been loskomt... om naar voren te bewegen. O! Dus hij rekt helemaal uit... en dan klapt-ie weer terug. Een paard heeft een soort katapult in z'n poten zitten? Ja. Als een soort elastiek. Ja. Dus eerst zit de voet zo, dan landt die voet en dan komt-ie op spanning en bij het afzetten gebruikt-ie de opgeslagen energie. Ja, exact. Pang, ja. Hij heeft z'n poot zo, hij landt op de grond... en dan zakt-ie er helemaal doorheen. Ja, dan komt-ie op spanning. Die pees komt op spanning en dan, fieuw! Ja. En dan helpt-ie 'm weer vooruit. Maar dit is een dood paard en die spanning is eruit omdat die spieren er niet meer aan trekken. Ja. Oke.