Pino: "Aart?"
Aart: "Ja?"
Pino: "Hey Aart, wil jij mijn opa zijn?"
Aart: "Jouw opa?"
Pino: "Ja, want kijk. Mamoun die heeft een opa en daar krijgt hij altijd snoep en cadeautjes van."
Aart: "Oh ja, dat had ik eerder ook met mijn opa."
Pino: "Echt?"
Aart: "Ja, maar mijn opa is er niet meer. Nee, hij is dood. Ja dat doen opa's wel. Oma's trouwens ook hoor. Worden ze heel oud en gaan ze dood."
Pino: Ja, dat zal allemaal wel, maar ik wil ook snoep! Dus, wil jij mijn opa zijn?"
Aart: "Nou, ik heb heel toevallig een zak met dropjes gekocht. Denk je dat dat genoeg is?"
Pino: "Ja hoor, kom maar!"
Aart: "Hier eentje.."
Pino: "Een? Geef er maar twee hoor!
Aart: "Twee zo."
Pino: "Nee weetje, geef er ook maar een voor onderweg!"
Aart: "Nog eentje voor onderweg. Zo handen dicht. En nu wegwezen."
Pino: "Dank je wel, opa Aart."
Aart: "Doeg."
Tommie: "Aart, Pino hé, die zegt dat jij nou zijn opa bent."
Aart: "Ja, dat klopt."
Ienie: "En Aart, wil jij ook onze opa zijn?"
Tommie: "Ja, en krijgen we dan ook drop, please?"
Aart: "Nou vooruit dan maar hé. Kom hier met de handen. Één en één..."
Ienie: "Mogen we er twee? En ook één voor onderweg?"
Aart: "En nu wegwezen!"
Tommie: "Dag opa!"
Sien: "Aart! De kinderen vertellen mij allemaal dat jij hun opa bent. Dat vind ik zo schattig."
Aart: "Ja, maar dat is niet echt."
Sien: "Nee, het is natuurlijk niet echt, maar het is wel heel schattig. Zeg, kan jij niet ook mijn opa zijn?"
Aart: "Wil je zeker ook een dropje hé?"
Sien: "Als je zo aandringt..."
Aart: "Nou vooruit, hier, pak maar."
Sien: "Ja, twee toch?"
Aart: "Ja en ook nog eentje voor onderweg?"
Sien: "Ja."
Aart: "Dacht ik al."
Sien: "Heerlijk! Dank je wel opa!"
Aart: "Daaag!"
Aart, opa Aart!
Aart: "Nee, nee, ik ben jullie opa wel. Pak maar."
Oh, lekker!
Ja, en nu wegwezen! Vooruit!
Dank je wel meneer!
Aart: "Dag Buurman."
Buurman: "Goedemiddag. Meneer Aart. Nu hoor ik dat jij de opa bent van heel Sesamstraat."
Aart: "Ja, maar dat is een spelletje. Maar ik vind het best aardig."
Buurman: "Aardig? Aardig? Het is toch van de zotte. Dat kan toch helemaal niet: opa van de hele straat."
Buurman: "Meneer Aart. Wilt u ook niet mijn opa zijn?"
Aart: "Wilt u zeker een dropje hé? Pak maar."
Buurman: "Enne, ook één voor onderweg?"