Het is 1813. Na jaren Franse overheersing is Nederland weer een vrij land, maar een land zonder leider. Maar voor niet voor lang, de zoon van de stadhouder Willem V komt naar Nederland om ons land te regeren. Niet als stadhouder, maar als een soeverein vorst.
Op 16 maart 1815 wordt hij in Brussel ingehuldigd als Koning Willem I. Hij wordt koning van een groot Nederlands rijk. België en Luxemburg horen er ook bij.
Koning Willem I zweert trouw aan de grondwet, die hem als koning veel macht geeft.Hij krijgt het opperbevel over het leger en de vloot. Hij beheert ‘s lands financiën en krijgt zeggenschap over de buitenlandse betrekkingen en... Hij mag zelf zijn ministers benoemen, zoals koningen dat in die tijd deden. Koning Willem heeft een bijna absolute macht. Trots schrijft hij zijn zoon:"ik alleen beslis alles"...
Er zijn ook volksvertegenwoordigers. Die zitten in de Staten Generaal, deze bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. In de Eerste Kamer zitten de senatoren, vaak van adel. En ze worden benoemd door de koning. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de Provinciale Staten. Hierin zitten de regenten, vaak Oranjegezinden. Maar koning Willem trekt zich niet zoveel aan van het parlement. Hij neemt zijn besluiten liever zelf als koninklijk besluit. Het zijn geen wetten dus hij kan de Staten Generaal gewoon links laten liggen en de ministers die heeft hij alleen nodig om zijn besluiten uit te laten voeren.
De eigenzinnige koning gaat voortvarend aan het werk. En helemaal volgens zijn eigen plan. Hij weet wat goed is voor de Nederlanden...
Willem investeert veel staatsgeld in de modernisering van de infrastructuur. Bij al deze investeringen zorgt hij ook goed voor zichzelf. Hij steekt veel eigen geld in de projecten, maar strijkt ook een groot deel van de winst op. Verlies wordt verrekend met de staatskas... Vanwege zijn handigheid met geldzaken wordt hij Koning Koopman genoemd.
En dit wordt niet door iedereen vleiend bedoeld. Veel ministers zijn ontevreden. Ze voelen zich slechts dienaar van de koning. En... Willem luistert niet naar hun adviezen. Hij begaat stevige missers in zijn beleid. De werkloosheid stijgt en de armoede in het land neemt toe. Ook steeds meer gewone Nederlanders krijgen moeite met deze koning.
In het zuiden van de Nederlanden escaleert de situatie. De onvrede is daar nog groter dan in het noorden.De Belgen hebben maar weinig vertrouwen in de koning. Zij vinden dat hij de Hollanders voortrekt...
Ter gelegenheid van de verjaardag Koning Willem I op 24 augustus 1830 wordt er een opera opgevoerd in Brussel. Deze opera gaat over een volk dat in opstand komt tegen de koning en de Belgen realiseren zich dat het over hun gaat en dat het afgelopen moet zijn.
Een opstand breekt uit… Eerst alleen nog in Brussel, maar al gauw ook in andere steden in het zuiden.
Willem I probeert de opstand nog te onderdrukken, maar het is al te laat. De opstand groeit uit tot een heuse onafhankelijkheidsstrijd. ….. die Willem verliest.. In 1839 moet hij België erkennen als onafhankelijke staat.
Deze vernedering kan hij moeilijk verkroppen. Teleurgesteld treedt Koning Willem I af...