In 1939 is het oorlog in Europa. En dat komt allemaal door Adolf Hitler. Hij is de baas van Duitsland, maar dat vindt hij niet genoeg. Hij wil de baas worden van heel Europa. Daarom bouwt hij een heel groot leger met miljoenen soldaten en de nieuwste tanks en vliegtuigen. Dat leger is zo sterk, dat Hitler kan doen wat hij wil. Oostenrijk inpikken bijvoorbeeld. En daarna Tsjecho-Slowakije. Polen vecht wel terug, maar ze kunnen niet op tegen het sterke Duitse leger. In Nederland worden zo'n tweehonderd duizend mannen opgeroepen om ons land te verdedigen als de Duitsers aanvallen.
Heb jij m'n veldmuts gezien? Wat? Moet je zien hoe je eruit ziet! Vind je me niet stoer?! Dat pak is gekrompen. Je mouwen zijn veel te kort! Ach, nou ja. Met een beetje mazzel mogen we allemaal snel weer naar huis. Wauw, pap! Je lijkt net echt! Ja, dank je. En nou helemaal. Heeft u ook een geweer? Dat heeft hij helemaal niet nodig. Als de Duitsers hem zo zien, dan lachen ze zich vanzelf wel dood. Heel leuk.
Het Nederlandse leger is nogal verwaarloosd, omdat er al honderd jaar geen oorlog meer is geweest. Er zijn niet genoeg uniformen en ook niet genoeg geweren. En sommige kanonnen zijn al meer dan tachtig jaar oud. Omdat kogels duur zijn, lossen veel soldaten tijdens oefeningen geen schot, maar roepen ze: pang, pang!
Maar we hebben een geheim wapen! Iets waar Nederland al eeuwenlang op vertrouwt. Water. We laten ons land gewoon onder water lopen. De Duitsers weten dan dus niet meer waar een weg is of een sloot. Zo blijven er maar enkele plekken over, waar je de vijand moet tegenhouden.
Pas in godsnaam goed op jezelf. Shhht, stil nou maar. Misschien hoeven we helemaal niet te vechten. Ik hoop het wel. Dan mag je schieten! Hitler laat ons wel met rust. Echt. We hebben toch nooit iets tegen de Duitsers gedaan? Phiew! Phiew! Phiew! Beloof me dat je terugkomt. Jawohl. Nee, ik meen het. Zeg dat je weer terugkomt. Tfoew! Tfoew! Dat beloof ik.
In het hele land nemen vaders, broers en zoons, afscheid van hun gezinnen om zich te melden voor militaire dienst. Ze moeten het leger in, om het land te gaan verdedigen.
Zoals in Rhenen bij de Grebbeberg. Om zich goed te beschermen graven de soldaten loopgraven. Vanuit hier wachten de Nederlandse soldaten de Duitsers op.
Lieve Dirk, je zou het hier maar niks vinden. We mogen niet eens schieten. Zonde van de kogels, zeggen ze. Jammer. Wel moeten we scheppen. De hele dag door. Scheppen, scheppen, scheppen. Da's ook leuk. En 's avonds eten we steeds hetzelfde. Bonen. Dan zullen ze wel veel scheten laten. Helaas mag ik niet zeggen waar we zitten. Om de vijand niet op een idee te brengen. Maar weet wel dat ik veel liever thuis zou zijn.