Hoge bergen, lage vlaktes, bos en droge woestijnen. Overal op de wereld vind je deze landschappen. En er wonen mensen, zelfs op plekken waar het eigenlijk te gevaarlijk is om te wonen.
Wij leven van wat de natuur ons geeft, maar soms laat de natuur haar slechte kant zien. Natuurgeweld bedreigd ons op allerlei manieren. Ook in Nederland. Hier beschermen duinen en dijken de mensen tegen het zeewater.
Maar soms gaat het mis, zoals op 1 februari 1953. Die nacht stormt het heel hard. De dijken kunnen het zeewater niet tegenhouden en breken door, het land stroomt over.
Maar overstromingen komen niet alleen aan de kust voor. In berggebieden kunnen rustige rivieren door regen, sneeuw en smeltend ijs ineens veranderen in een kolkende watermassa.
Bij hevige neerslag kunnen ook grond en zelfs stenen losraken van de berghelling. Zo ontstaan aardverschuivingen, puinlawines en modderstromen
In de winter is er in berggebieden nog een ander gevaar. Wanneer een dik pak wintersneeuw niet goed hecht en loslaat kan het plotseling van de helling naar beneden razen en ontstaat een verwoestende sneeuwlawine.
In andere gebieden vormt niet de neerslag maar juist de droogte het grootste gevaar. Door aanhoudende droogte kunnen in bosgebieden gemakkelijk bosbranden ontstaan. Eén klein vonkje kan het bos en de omliggende dorpen in de as leggen.
Het gevaar kan ook van binnenuit de aarde komen. Hier in de buurt van de Vesuvius, een vulkaan in Italië bijvoorbeeld. Op de vruchtbare hellingen wonen veel mensen. En wanneer slapende vulkaan uitbarst. En een gloeiende rivier van lava uit de krater stroomt. Kan alles worden verwoest.
Door de klimaatverandering wordt het in sommige gebieden in de toekomst nog gevaarlijker. Overstromingen, bosbranden en lawine’s zullen vaker voorkomen. En toch willen veel mensen blijven waar ze wonen, het is hun geboortegrond, zij voelen zich er thuis.