♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Hallo allemaal, vandaag mag ik Lisa mee. De papa van Lisa is dokter.
1, 2, hop, erop. Hoepa! Ga eens met je benen wijd. Zo. Ga je goed zitten?
Lisa heeft haar dokterskoffertje meegenomen.
Hé, wat heb ik hier nou?
Lisa’s papa heeft ook een dokterskoffer! Een echte!
Hé.
Dat is hetzelfde hè.
Ja, hetzelfde.
Kijk, maar omdat ik dat nou in mijn oor stop hè en ik doe het eventjes zo open, zo, je gaat dat zo zien, kijk eens wat ik dan kan.
Ja, dat weet ik niet.
Kijk eens, kijk eens Flip, zo.
Hè?
En dan hoor ik, wat hoor ik dan?
Dat weet ik niet.
Boem, boem.
Boem, boem, boem. En hoor je het ook van Flip? Wat hoor je dan?
Oh, daarmee kan je naar mijn hart luisteren.
Boem, boem.
Boem, boem, ja. En kijk wat ik nog meer in mijn tas heb. Zo.
Pillen of zo.
Pillen hè. Ja. Ja.
Oh, pillen. Voor als je pijn hebt? Hoofdpijn of zo?
En wat is dat nou?
Wat zitten er veel spullen in die tas zeg!
Kijk eens, dat is een mooi lampje hè. En waar gebruiken we dat lampje voor?
Voor in je oren.
Ja. En dan komt er hier een lichtje. Kan je het lichtje zien?
Op je hand?
Kijk, en dan kan je daardoorheen kijken. Kijk er maar doorheen. Ja.
Ik zie ook een beetje licht.
Kijk eens, en dan kan je zo in je oor kijken. Kijk maar eens.
Ah!
En wil je ook effe bij Flip in de oren kijken?
Eh…
Met deze of met je eigen?
Eh, doet dat pijn?
Met deze.
Goed zo.
Want dan wil ik het niet!
Kijk maar. Heeft Flip pijn in zijn oren dan?
Nee. Nee, en het deed ook geen pijn.
Nee, ik denk dat je het hier zo moet doen.
Ja, mijn hamer, lijkt die een beetje op de jouwe?
Nee.
Een beetje.
Een beetje wel toch?
Ja.
Maar dat is het wat we doen hè, we gaan de zenuwen testen.
Oh…
Hup en hop.
Hoepsa! Hij ging bijna vanzelf omhoog!
Dat doet ie goed hè.
Ja.
Zullen we nou eens doen alsof Flip gevallen is en hem een verbandje geven?
Ja!
Ja, op zijn arm.
Op zijn arm.
Dan doe ik net alsof.
Zie je, kijken hoe dat gaat, hand vast.
Au! Au, ik ben gevallen! Au! Ik heb een zere arm! Au, ik moet een verbandje!
Hoe lang moet dat nou om blijven?
Dat weet ik niet.
Nou, zullen we zeggen dat het 3 dagen erom moet blijven?
Ja, 3 dagen.
Zie je dat, ik heb ook zo’n, 1, 2, 3, 4.
Wat is dat?
Net zoals jij, ga maar trekken.
Dat lijkt wel een spuitje.
Kijk eens. Zie je dat? Zo.
Om een prik mee te geven.
Kijk: en ik heb er dan nog een naaldje bij. We nemen dan hier waar we wat medicijnen in hebben, dan gaan we zo straks dat doen.
Ik weet niet of ik dat leuk vind.
Ja.
Oh, Lisa, doe je voorzichtig? Ik wil niet dat het pijn doet hoor!
Kijk, en dan gaan we… Langzaam prikken hè. Toe maar.
Voorzichtig!
Duw maar naar beneden, heel langzaam, helemaal naar binnen.
Ja, het gaat goed.
Okay, en klaar.
Oh, gelukkig, het is klaar! Nou, het deed maar even pijn.
Dag!
Dag! Tot de volgende keer!