Zie je al iets? Nada. Niks, señor Magalhaes. We varen al maanden naar Azië̈. Ik ben de eerste die de hele wereld rondzeilt. We zijn begonnen hier, in Spanje. Daarna naar Afrika, Zuid-Amerika, de vuurkaap en die zeestraat noemen ze naar mij: de straat van Magalhaes. Dan over de Grote Oceaan, helemaal hier... richting Azië̈. En dan uiteindelijk Indië̈, naar de dure specerijen. En dan... daar worden we rijk van.
Señor, wanneer komen we aan? We hebben honger. Enrique, mijn trouwe tot slaaf gemaakte uit Maleisië, heb geduld. Het komt allemaal goed.
We hebben al weken geen vers water gedronken.
Nog even volhouden, mannen. We zijn bezig met iets groots. En ik word wereldberoemd. Als wij het overleven… De mannen zijn halfdood. Stelletje watjes. Het komt allemaal goed, dat beloof ik.
Kijk! Een bootje. Haio! Ik zie het. Ik zei toch dat het goed kwam. Er zitten lokale bewoners in. Ze lijken een beetje op jou. Buenas dias, allemaal. Hallo. Ze verstaan ons niet. Waarom spreken ze geen Portugees, zoals iedereen?
Laat mij maar even.
Kun jij ze verstaan?
Si señor. Ze zeggen: Goedemorgen, hoe gaat het. Ze spreken mijn taal: Maleis! Ik ben thuis!
Dan is het gelukt. We zijn in Azië via de westroute. We zijn de wereld rondgezeild.
Nee, ik ben de wereld rond. U niet.
Wat krijgen we nou?
Kijk hier: ik ging van Malakka, naar Portugal, via Brazilië terug naar Azië, de wereld rond.
Verdomd, maar ja. Als ik het iemand gun, ben jij het. Hoera voor Enrique! Hoera!
Dank je wel.
We gaan aan land. Om ze te onderwerpen. We maken er een Spaanse kolonie van. We bekeren ze tot het christendom, of ze willen of niet.
Señor, dat is een misdaad!
Bom dia! We hebben hier aan boord allemaal mooie cadeautjes! Van de Spaanse koning. Een hele lieve man. We komen aan land, in peace.