Op 10 mei 1940 vallen Duitse troepen Nederland binnen. Na vier dagen vechten bombarderen ze Rotterdam. De Duitsers willen Nederland tot overgave dwingen.
Gerard Martens was toen 16 jaar. Hij woonde in deze straat in Rotterdam: de Schiebroeksestraat.
Gerard Martens: "Het was heel rustig, maar om een uur of half 1 kwart voor 1 werd er luchtalarm geblazen en op een gegeven ogenblik hoorden we wel bommen vallen en schieten en we zagen een Duitse bommenwerper die omlaag kwam duiken en die .. ja, we kropen in elkaar en we hoorden een klap en het was even donker hier en er viel een bom. Aan het begin van de straat werd een huis vernield.
Voordat het eigenlijk tot ons doordrong kwam er al een tweede bommenwerper omlaag en die gooide een bom en die viel achterin op nummer 4. Het was helemaal donker in de straat, een hoop gegil en opeens was het heel muisstil. Na het bombardement was het een vreselijk gezicht. Veel huizen kapot. En ik ben toen door de stad gaan dwalen en daar zag ik dat het ziekenhuis gebombardeerd was, waar enige doden buiten lagen onder andere een verpleegster.
Ik kon nergens eigenlijk heen waar ik heen wilde, want overal was het gevaar voor instortende huizen. Dus, nou je hier weer staat zie je alles weer gebeuren. Toch wel emotioneel een beetje. We hebben geluk gehad."