Ik ben Lou, en ik ga iets heel bijzonders bakken. Ik heb veel meel nodig. Ik doe het ook op de deegroller. Dat is mijn deeg. Het is een grote homp. Ik ga het uitrollen. Dat is zwaar werk! Een beetje meel erbovenop zodat het niet plakt. En verder rollen. Ik ga koekjes bakken, maar hele, hele bijzondere koekjes. De U van Lou. De O van Lou. De L van Lou. Ik ga mijn naam bakken: Lou. Eerst heb ik de L nodig. Ik druk de vormpjes in het deeg. De L van Lou. Nu de O. Het deeg wil er niet uit, ik doe het even met een lepel. Nu de laatste letter, de U. U. Deze druk ik er ook uit met de lepel. Mijn moeder doet de Lou-koekjes in de oven om ze te bakken. Nu ga ik glazuur maken. Wow. Dat is heel veel rood. De letters zijn best dik geworden. Nu zijn de koekjes gebakken. En mag ik ze versieren. Nu? Eerst doe ik er glazuur op. En dan wat gekleurde hagelslag. Lou. Nu het allerbelangrijkste deel: de koekjes opeten! Lekker!