Dag Jip, dag Pip, dag Flip. Wat staat er op je shirt?
Jip: W
Pip: i
Flip: P
W-i-P…
Als je dat plakt, krijg je Wwiiiiip...wip
Wip begint met W.
Als je goed om je heen kijkt, zie je de W. Als je naar de WC moet bijvoorbeeld.
De bladeren van deze plant vormen ook een W
Of wat dacht je van de blouse van dit meisje. Allemaal w-tjes.