Wat is er Pino, wat loop je te zuchten?
Kweet niet.
Dat klinkt niet echt vrolijk hé?
Ik ben ook helemaal niet vrolijk.
Wat is er dan gebeurd? Daarnet zat je nog heel vrolijk naar de televisie te kijken, naar giraffen.
Ja. Wat zijn ze mooi hé, en zo groot. Veel groter dan ik.
Ja, heel mooi en groot ja. Maar waarom loop jij dan zo te zuchten?
Er zijn hier geen giraffen.
Nee, dat klopt ja. Dat is helemaal waar. En?
Ik ben altijd en overal de grootste. Ik kan nooit eens lekker tegen iemand aanleunen.
Ah, en als er giraffen waren dan kon je dat wel omdat ze veel groter zijn.
Aha.
Maar daar hebben we geen giraffen voor nodig. Wacht jij maar even. Zo, leun maar Pino.
Aart! Echt waar? Wat lief! Wat lief!
Niet te lang hé? Ik heb nog meer te doen.
Blijf nog maar even zo staan Aart!