Weet je wie ik mocht helpen verhuizen? Weet ik niet. Je kat? Nee. Kwallen. Bleh. Ja. Eerst denk je bleh, doodeng maar het zijn eigenlijk hele bijzondere mooie beesten. Ja? Ja. In een zeeaquarium moesten de kleine kwalletjes van de crèche naar het grote verblijf. Ja, dit is onze volwassenbak. Dat is onze peuterbak eigenlijk. Degene die daar te groot worden die gaan naar deze bak toe. Hierlangs? Ja, helemaal door naar achteren. Oke. A, hier zijn de peuters. Ja. Lekker aan het zwemmen. En hoe ga ik ze dan vangen? Moet ik ze met het water mee laten stromen in het bakje? Ja, onder water houden. En ze kunnen niet prikken? Ze kunnen prikken. Maar deze zijn niet sterk genoeg om door je huid te komen. Komt goed. Oke. Zeker weten? Eh, ja. Ja, Ik heb hem. Is-ie groot genoeg voor naar de volgende bak? Ja. Die mag bij de volwassenen zwemmen. Die zijn hier. Zachtjes laten zakken. Dat er geen luchtbellen in het water komen. Waarom niet? Luchtbellen zijn niet goed voor kwallen. Daar kunnen ze last van krijgen. Die beschadigen de kwallen. Een kwal bestaat uit een paar cellagen. Heel erg dun. En heeft niet de kracht om zo'n luchtbel weg te duwen. Dus die graaft dan een gat door die kwal heen. En dan zit er een gat in de kwal. Dan gaat-ie stuk. Dus een beest waar iedereen bang voor is gaat zelf kapot van een luchtbelletje. Bizar. Ja. Dat is toch raar. Nooit geweten. Nee. Dus als je kwallen ziet moet je gewoon luchtbellen maken misschien. Nee. Niet doen.