♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
We gaan fantasiebeesten maken.
Ja!
Fantasiebeesten.
Hallo allemaal. Fantasiebeesten.
En fantasiebeesten kan je eigenlijk overal van maken.
Oh, kijk eens.
Die vind ik grappig.
Die zijn al mooi.
Ja?
Ik vind deze nog grappiger.
Zoiets kunnen jullie ook gaan maken.
Oh leuk, daar heb ik zin in!
Laten we Flip ook wat uit laten zoeken.
Ja!
Dit zijn alle spulletjes die we mogen gebruiken.
Armbandjes. Nou Flip, ik ben benieuwd wat je daarvan gaat maken.
Armbandjes en rietjes. Oh, ik weet al wat.
Ik ga gewoon deze dingetjes erop doen.
Ja, dat mag allemaal. Dit. Eens kijken, wat kunnen we ervan maken? Een mooi fantasiebeest. Wat ga jij maken?
Dat werkt makkelijk hè met die satéprikkers hè?
Ja.
Oh, dat lijkt wel een varkenskrulstaartje fantasiedier.
Nou, hoe kan je het vastmaken?
Ik heb een olifant gemaakt!
Lukt het?
Zal ik de jouwe soms even vasthouden?
Ik ben benieuwd wat Janna gaat maken.
Kleine satéprikkertjes, die zouden wel helpen.
Oh, leuk! Met pootjes.
Die is zo hoger.
Hé Lisa, wat maak jij?
Zo.
Nee, hij kan zo.
Zo.
Oh, die moet heel hoog van jou?
Ik heb die hoger gemaakt.
Dan ga ik Louis effe helpen.
Ja, allemaal prikkers.
Voorzichtig voor je vingers!
Jij kan het ook goed.
Goed zo.
Kan het zo?
Ja.
Gelukt! Oh, is dat zijn staartje?
Anders mag hij staan hè op één poot.
Nee.
Oh ja, dat lijken wel de pootjes.
Wat een leuke beesten worden het al hè?
En wat maak jij? Hé, die kan al lopen zeg! Die is lang! Wow, een vliegende slang! Een vlie-gende fantasieslang. En wat is dat roze?
Eh, vleugels.
Ah.
En dat zijn de pootjes.
Ja, ik zie het.
En dit zijn zijn ogen.
Blauwe ogen. En kan deze ook vliegen?
Ja, die kan dat zo.
Vliegen.
Dan gaat ie zo.
Prachtig zeg. En wat is dit?
Een olifant.
Een olifant. En zijn dat zijn poten?
Nee, deze had ik hier door het touwtje gedaan, dat is zijn slurf.
Oh, en zijn slurf ja. Een olifant heeft een slurf.
Dit is de versiering.
Oh, dat is de versiering.
Het haar, en dit gezicht.
Zo, die is ook mooi geworden!
Maar dit is de staart. Hij is gevallen, die staart. Dit zijn twee ogen en dit één.
Zo, die Mohammed heeft een mooi fantasiebeest gemaakt.
En hij kan ook lopen.
Oh, dat is handig. Dus het is een soort driehoekig stekelvarken kralenbeest?
Ja.
Zo.
Dit zijn zijn ogen.
Oh, die is ook mooi!
Dit zijn zijn schaatsenrijders.
Zijn schaatsenrijders?
Dit is een cape en dit zijn zijn poten, en hiermee kan hij mee vliegen.
Oh, hij kan ook nog vliegen?
Dit is zijn staart.
Louis, wat heb je dat mooi gemaakt zeg! Heeft ie ook een naam?
Schaatsie.
Zo.
Tot de volgende keer!
Tot de volgende keer!