Als je een nieuwe broek koopt, als je een tekening in perspectief maakt, als je aan het koken bent of als je een modelvliegtuig in elkaar zet, je gebruikt vaak zonder dat je het beseft wiskundige hulpmiddelen zoals diagrammen en tabellen. Maar daarnaast moet je ook niet vergeten zelf nog na te denken.
Hoe wordt wiskunde in een kinderdagverblijf gebruikt? Hier worden de kinderen opgevangen vanaf 3 maanden tot 4 jaar? Vanaf 3 maanden, ja, dat klopt. Hoeveel kinderen zijn er nu? Voor vandaag zijn er 13 kindjes. Maar ik zie er maar 5? Dat klopt. 5 en 3 in de babyhoek is 8 en er liggen er 5 te slapen.
Okay, ja. En worden ze ook opgehaald allemaal rond dezelfde tijd? Nee, het is vanaf 4 uur is het ophalen, dus de ene ouder komt echt om 4 uur en de andere komt om kwart voor 5, en er zijn ook ouders die echt 1 voor 6 komen. Okay. Ja. Dus ja. Maar komen die elke dag? Nee, er zijn kindertjes, die komen twee dagen, er zijn ook kindertjes, die komen drie dagen.
Dat is wel een georganiseer lijkt me hè, hoe houd je daar overzicht op?
Ja, dat is het ook. We hebben een rooster. Oh ja. Van maandag tot vrijdag en er staat voor elke dag hoeveel kindjes er komen. En als er een kindje ziek is, dan belt de mama ’s ochtends op van “het komt niet” en dan weten we echt de aantal kinderen die er dan vandaag komen. Werken jullie elke dag?
Er werken twee collega’s, twee, drie dagen en twee collega’s twee dagen.
Maar wat nou als er iemand ziek wordt ’s ochtends, dan zitten jullie met een probleem? Ja. Dan moet je voor zevenen, moet je de leidinggevende bellen en die gaat de planning kijken welke invalkracht er vrij is en die komt dan op deze groep. Daar moet je dan ook weer rekening mee houden? Ja. Ja, het is ook een heel gepuzzel. En als ze nu wakker worden? Ja? Dan krijgen ze dan een flesje? Ja, ja, een baby’tje krijgt een flesje.
Zou ik daarmee mogen helpen? Jij mag helpen hoor! Natuurlijk, dat doen we! Leuk. Nou, laat maar zien Marian.
Ja, kijk: wij hebben een flesje van een meisje, van Mickey. Men neme een flesje. Dat staat hier. 180 cc water plus 6 schepjes poedermelk. Okay, dat is de verhouding die je gebruikt? Dat is de verhouding, ja. Dus dan gaan we 180 cc water en dat gaan we dan in de magnetron doen, iets van 30 seconden. De 30 seconden is voorbij, dus dan halen we ‘m er weer uit. Kijk: en dit schepje, een afgestreken schepje, met 30 cc water. Dus nu heb je 180, dus er moeten 6 schepjes in. 1, 2… En wat gebeurt er nou als je een schepje teveel doet? Nou, dan wordt het te dikke voeding en dan krijgen kinderen dus wel een beetje kramp krijgen. Oh, maar dan zijn die verhoudingen zijn voor jou echt super belangrijk? Dat is super belangrijk ja.
Als daar iets misgaat, heeft een kind buikkrampen? Ja. Ja. Ja, en als je te weinig schepjes erin doet, dan kan het zijn, dat het na twee uur al komt van: “ik heb honger!”. Dus wat dat aangaat… Het is heel belangrijk? Ja. Kijk eens. Goed zo. Daar komt-ie. Daar komt-ie.
Dus je moet in de gaten houden hoe laat het is, wie er aan zijn melk moet en wie er een fruithapje krijgt, hoe laat iemand opgehaald wordt, wie er vandaag wel of niet is en of hij een vieze luier heeft waarschijnlijk? Ook dat. En dat met 11, 12 kinderen per dag? 12, ja. Ja. Ja. Ja. Pffff. Hè. Hè, even het kinnetje afwrijven.
Om ervoor te zorgen dat er in kinderdagverblijf geen chaos wordt, gebruik je roosters die je zelf maakt. Maar je moet ook oplossingen kunnen verzinnen als de dingen anders lopen dan verwacht.