We gaan op zoek naar kevers. Ja. En dan zoeken we kevers die specifiek in de uiterwaarden leven eigenlijk. Ja, er zijn kevers die specifiek in zulk soort situaties leven als die kale stranden. Die zijn daaraan aangepast, die kunnen over dat zand hollen en die zoeken daar naar een prooi bijvoorbeeld. Kevers leven verstopt onder de grond of in begroeiing. Met hoogwater laten ze zich naar boven drijven omdat ze anders zouden verdrinken. Door de stroming van het water spoelen de kevers aan op de rivierstrandjes van de Waal. In Nederland leven ruim 4100 verschillende soorten kevers. Dit doen we om de kevers te pesten. Ja. Die zitten als het goed is verstopt in het zand. En die spoelen zo mee de rivier in. Nu spoelen ze eigenlijk uit hun holletjes? Nu spoelen ze eigenlijk uit hun normale milieu en dan kunnen we hier... Ja ja. Die blijven drijven. Het zand zakt naar beneden. Die kevers blijven drijven als het goed is. Ja, dus je spoelt ze uit hun holletjes...
Ik spoel ze uit hun holletjes. En probeert ze nu op te vangen. En proberen ze nu op te vangen. En ik denk dan meteen aan kevers van vier centimeter, maar die zoeken we niet he? Nee kevers van een paar millimeter en die zitten hier ook helemaal niet in. Nou, ik heb in ieder geval één kever al. Nou, kijk. Kijk. Je had een kever. Ja, ik had een kever. Dit is een snuitkever. En komen deze vaak voor aan de oever van de rivier? Ja, dit is wel iets typisch wat je op rivierduintjes ziet. Niet echt op de oever. Dat heeft natuurlijk niks met die oever zelf, want hij leeft hier op die zandige plekken en knaagt daar wat aan planten en ook de larven die leven van planten. Ja. Hoe kom je daar nou zo ooit bij om je hier zo voor te interesseren? Daar ben ik zo benieuwd naar. Een van de dingen is dat niemand zich daar interesseert. Dat is natuurlijk heel fascinerend, dat als je naar buiten gaat, dat er allerlei dingen zijn waar eigenlijk niemand iets van weet of wat de mensen in je directe omgeving als je jong bent eigenlijk helemaal niks van weten. De eerste keer ga je naar buiten en dan zie je dingen lopen en denk je goh wat is dat eigenlijk? En dat blijft heel fascinerend. Dit is feitelijk alles wat is blijven drijven. Hèhè, nou hebben we iets aardigs. Ja? Echt heel erg echt oeverbeest. Oh wat leuk! Wat is het? Een kortschildkever. Oh en nog een, er zijn ook loopkevers die ook tunnels graven en vaak jagen op die andere beesten in die tunnels zitten. Maar die zijn zelf ook dus cilindrisch zodat ze efficiënt door tunnels kunnen lopen en gigantische graafpoten hebben, die roven de beesten die van die algen en het organisch materiaal leven. Heb je weer wat? Ja, hier echt een heel typisch rivierduinbeest. Ja? Een anticide, een snoerhalskever, die zit hier. Een snoerhalskever. Van de familie der snoerhalskevers.
Nog nooit van gehoord. Sommige soorten hebben een soort ingesnoerd half schild. Een ingesnoerd half schild. Ja.
Als een korset, bedoel je? Ja, precies. De kevers hebben een kop. En dan als je van boven naar kijkt heb je eerst een kop, dan zie je het halsschild en daarna zie je de de dekschilden waar de vleugels onder verborgen zitten. Dat is wat je van de bovenkant van een kever ziet. Nou, dat zijn toch nog even wat echte oeverbeesten.