Wat een leuk kastje! Wat ga je erin zetten?
Oh, dat weet ik nog niet. Ik moet het eerst nog schilderen. Wil je soms helpen?
Ja, natuurlijk!
Als ik eerst de planken eruit haal en de deurtjes eraf schroef, is het makkelijker om te schilderen.
Welke kleur wordt het?
Oh, dat weet ik nog niet.
Ik heb een idee! We nemen gewoon allemaal verschillende kleuren!
Ja, dat is leuk. En dan hoeven we ook niet te kiezen.
Flip schildert de binnenkant met witte verf en Kasper schildert de buitenkant met blauwe verf. Flip schildert een deurtje geel en Kasper schildert het andere deurtje rood. Flip schildert de onderkant zwart en Kasper de bovenkant.
Oh, het is best moeilijk om goed te schilderen!
Ja, je moet heel voorzichtig met de kwast strijken. We hebben al geel, rood, wit, blauw en zwart gebruikt. Alleen de twee planken moeten we nog doen. Welke kleur zullen we nu nemen?
Groen!
Ik heb geen groene verf, dan moeten we verf mengen. Geel en blauw worden samen groen. Kijk: nu is het kastje helemaal geschilderd. Oh Flip, jij zit helemaal onder de verf! Niet alleen de kwasten moeten schoongemaakt worden.
Ik moet nu weg. Ik moet nog iets doen.
Okay, ik zie je morgen.
Dag.
Als de verf goed droog is, zet Kasper de deurtjes er weer aan en doet hij de planken erin. Het was een lange dag voor Kasper. De volgende morgen wacht Kasper tot Flip komt. “Waar blijft hij toch?”
Eh, het heeft wel even geduurd, maar nu ben ik klaar.
Wat heb je gedaan?
Een cadeautje. Ik heb een kistje voor je geschilderd.
Wat mooi! Daar kunnen we alle kwasten in doen en ik weet nu ook wat we in het kastje zetten.
Ohoh, ja, wat een goed idee! Het is mooi geworden hè?
Ja. Ik ben er ook wel trots op. Eh, een glaasje?
Lekker.