Voor de oorlog wonen er zo’n honderd veertig duizend joodse mensen in Nederland. De meesten in Amsterdam. En iedereen vindt dat heel gewoon. Joden en niet-joden leven samen, werken samen, trouwen samen en feesten samen. Geen enkel probleem. Totdat de Duitsers Nederland bezetten.
Mag ik nou stoppen? Nee, nog éen keer. Ik wil dit vandaag afkrijgen. Eén-twee-drie! Moet je dit horen! De ondergetekende verklaart... de ondergetekende verklaart dat noch hijzelf, noch zijn echtgenoot of zijn ouders of grootouders ooit heeft behoord tot de joodsche geloofsgemeenschap! Een ariërverklaring! Hebben ze bij Gerda thuis ook gekregen! Gewoon opsturen. Hoor je nooit meer iets van. Ja, en wat vullen we dan in, Max? JOODS OF NIET-JOODS? Lijkt me logisch, toch?... Wij gaan nooit naar de synagoge en we werken gewoon op zaterdag, dus... Niet-Joods. Schrijf dat maar op. Dan zijn we ervan af. O Ja?! Als je liegt dan volgt onmiddellijk ontslag! Dat staat hier. Maar... wij horen toch niet bij die... anderen? Of wel? Lieve schat, hoeveel jaar geef ik nou al les op het conservatorium? Daar mag ik heus wel blijven werken. Nou thuis nog. Roos, die Joden, hè, waar ze het steeds over hebben... daar horen wij dus ook bij! Ja hèhè, wat dacht jij dan?! Joods of niet-joods, wat maakt dat nou uit?! We zijn allemaal mensen.
Maar Adolf Hitler, de leider van Duitsland denkt er heel anders over. Hij geeft de Joden de schuld van alle ellende in Europa. En daarvoor wil Hitler de joden straffen. In zijn ogen zijn het slechte mensen. Doe jij nou? Niks. Je kunt het zien, hè? Dat wij het ook zijn, bedoel ik. Als je het niet weet, dan let je er niet zo op, maar nu...M'n neus, m'n ogen, m'n haar, je ziet het aan ALLES! Ik zie het aan jou, als je viool speelt en toen papa vanmorgen zwaaide... die schuine blik, het is zo duidelijk: Jood! Kaat! Doe normaal, joh! Het is toch zo?! Al verft mama iedere dag d'r haar, je ziet het toch! Nou en?! Wees er trots op! Ja? En als ze nou eens gelijk hebben? Stel dat wij... dat de Joden echt slecht zijn, door en door slecht — Hou op, Kaat, je moet niet — Weet je nog: toen Gerda van haar fiets viel? Kwam door mij. En toen met die vuilnisbak...Het zijn allemaal praatjes. Daar geloof je toch niet in? Ik niet... Maar al die anderen misschien wel...
De Duitsers laten de Joden niet meer met rust. Kaat en Roos en heel veel andere Joden worden hard gestraft en vervolgd voor iets waar ze geen schuld aan hebben.